HOE SCHOUWEN WEER DROOG WERD
De polder Schouwen had te maken met twee dijkdoorbraken: een in de Westhavendijk te
Zierikzee en een bij de Schelphoek bij het dorp Serooskerke. Bij de dichting van de eerste
doorbraak ben ik als opzichter van Rijkswaterstaat betrokken geweest. Hierbij is gebruik
gemaakt van "Boomse klei", een vette en zware klei van een gebied ten zuiden van
Antwerpen. Deze klei is relatief goed bestand tegen stromend water. Na enkele vergeefse
pogingen, waaronder poging "wanhoop" met behulp van een bak (eenvoudig vaartuig), kon
uiteindelijk eerst een drempel worden opgebouwd en het laatste deel van het gat worden
gedicht rond het ogenblik dat het uitstromende water overgaat naar het instromende water
Bovenstaande vorm van afsluiten was voor de dijkdoorbraak te Schelphoek niet mogelijk,
omdat het gat daar veel breder en dieper was. Bij elk tij stroomde daar ook vele malen meer
water door. Voor de afsluiting daar is gebruik gemaakt van twee typen caissons. Voor de
afdichting van de diepe geulen is gebruik gemaakt van grote uit Engeland afkomstige
caissons, die in 1944 zijn gebruikt bij de landing van de geallieerden in Normandië. Verder is
gebruik gemaakt van een groot aantal zo geheten eenheidscaissons als aanzet voor een
ringdijk aan de landzijde om de dijkdoorbraak. De laatste eenheidscaisson werd in augustus
geplaatst, waarna begonnen kon worden met het daaroverheen bouwen van de dijk. Daarna
kon begonnen worden met het leegpompen van de polder Schouwen. In november vielen de
hoogste delen droog en ben ik voor het eerst op mijn fiets en met laarzen aan bij ons thuis
geweest. Ik vond er een ruïne, alleen de kapschuur stond er nog. Het werd pas januari 1954
toen ook het meeste land droog viel.
59