Zo zitten we dan hier als echte vluchtelingen bij een vreemd gezin in Brabant, bij mensen die je niet kent en maar moet afwachten hoe dat allemaal verder gaat. Als ik er een half uur ben heb ik er al genoeg van. Maar we moeten ons er doorheen slaan of we willen of niet. We zitten eerst een poosje met ons vijven op een stoel, terwijl we er niet al te fris uitzien en niet veel praten. We hebben eigenlijk behoefte om ons te wassen. Ik heb me dan in Bergen op Zoom wat gewassen, maar de anderen hebben zich sedert Zaterdag niet meer gewassen. Omdat we helemaal niets bij ons hebben, vraagt Moeder op een gegeven moment: "Mevrouw, mogen we misschien een wasdoek gebruiken?" En even later: "Mevrouw, mogen we deze zeep gebruiken? Mevrouw, mogen we deze kan gebruiken." De reactie van mevrouw Coenraads is telkens: "Ja hoor, pak het maar!" Zo gaat het telkens weer als we iets nodig hebben. Het irriteert me in het begin erg, dat deze mensen niet wat hartelijker zijn en we alles moeten vragen. Toen we binnen kwamen vanmiddag zagen we aan de beelden en kruizen direct dat we bij een Rooms Katholiek gezin terecht gekomen waren. Ik weet wel dat de mensen daardoor niet minder goed of behulpzaam zijn, maar ik vond het toch erg vervelend omdat daardoor toch steeds een zekere afstand tussen ons zal blijven. Het gezin bestaat uit vader, moeder en 5 kinderen. Riet (18) is de oudste, daarna komen Jan (16), Ad (12), Nelleke (7) en de jongste Marjanneke (5) Wanneer meneer Coenraads thuis komt gaan we eten. Als wij voor het eten bidden doen zij dat ook, terwijl ondertussen Marjanneke een reeks gebeden prevelt. Als ze met deze gebeden klaar is, maken ze allemaal een kruis en kunnen we gaan eten. De maaltijd is prima en ik krijg in de gaten dat de kost goed is hier. Dat vind ik erg plezierig, omdat ik wel van goed eten en drinken houd. Onder het eten wordt er wat gepraat. We zien dat Vader inmiddels een behoorlijke baard gekregen heeft. Hij vraagt meneer Coenraads of er hier in Chaam misschien een barbier is. Die is er wel maar is vanavond gesloten. Pa vraagt dan: "Dan mag ik misschien Uw scheerapparaat wel even gebruiken, meneer?" En meneer vindt het goed. Als we klaar zijn met het eten wordt er niet zoals bij ons een gedeelte uit de bijbel gelezen, maar de jongste van het gezin, Marjanneke, prevelt weer haar gebeden. Onderwijl danken wij. Inmiddels heb ik er al helemaal genoeg van om hier te zijn. "Wat zal ervan worden als we hier lange tijd moeten blijven", vraag ik me af. We moeten om van alles en nog wat vragen, als we iets nodig hebben. Verder dat Roomse gedoe! We kunnen niet uit de bijbel lezen en ga zo maar door. Voorts bedenk ik, dat het voor mij nog wel gaat, maar neem nu eens Vader en Moeder! Die zijn altijd eigen baas in huis en nooit op een ander geweest. Ik neem me voor om daar straks eens met meester Van der Vegt over te praten en te horen hoe hij daarover denkt. Als we klaar met het eten zijn helpen Krina en Beppie met het opruimen en afwassen. Pa probeert er zijn baard af te halen. Ook ik probeer het met het apparaat van meneer Coenraads, maar het gaat heel moeilijk. Ik maak me kwaad om die rommel, dat scheerapparaat met een ontzettend bot mesje erin. Na het eten komt Eef van der Vegt bij ons kijken, samen met het zoontje van de familie waar ze samen met Han is. Ze vertelt dat haar oom en tante uit Den Haag op bezoek zijn. Samen met Eef ga ik dan naar de familie Diepstraten, waar haar ouders zijn. De deur wordt open gedaan door Willy Diepstraten, die ik vanmiddag al op het gemeentehuis heb ontmoet. Ik maak kennis met de broer en schoonzus van mevrouw Van der Vegt en met de heer en mevrouw Diepstraten. Ik ben echt verbaasd dat de familie Van der Vegt al zo vlug bezoek hebben. Meester Van der Vegt vertelt dat hij in Bergen op Zoom al het volgende telegram naar ze heeft gestuurd: "Allen gered. Maken het goed. Geef door!" Daarom zijn ze eerst naar Bergen op Zoom gereden. Hier werden ze doorverwezen naar Breda en daar vervolgens naar 46

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 2003 | | pagina 25