Terwijl de mannen naar buiten kijken en voorzover nodig sjouwen, zijn de vrouwen bezig
met het klaar maken van een maaltijd. Mevrouw Van der Vegt zorgt dat we allemaal een kop
drinken krijgen. Meester Van der Vegt merkt op: "Ik bewonder mijn vrouw dat ze zich zo
goed houdt, want ik weet zeker dat ze het moeilijk heeft. Van binnen zit het niet goed!" Wij
zijn het daar allemaal roerend mee eens. In het algemeen houden de oudere mensen zich
goed. Behalve buurvrouw Van der Have; zij laat regelmatig haar angst en ongerustheid
blijken.
Als we de raampjes op de schoolzolder openen horen we het geluid van het loeien van koeien
en het geschreeuw van een verdrinkend beest, dat wordt meegevoerd door de storm.
Tegen de avond word ik bij het raam aan de voorzijde geroepen. Ons paard Max is kennelijk
uit het gat gekropen, waarin hij aanvankelijk was weggezakt en waarin hij twee tot drie uur
heeft gelegen. Hij loopt nu met ons andere paard Bertha over de weg. Ze lopen voorzichtig,
zo nu en dan raakt er een in de sloot, maar weten dan toch weer terug op de weg te komen.
Ze lopen broederlijk naast elkaar en slaan niet de Boogertsweg in (de kortste weg naar de
dijk), maar lopen richting Prommelsluis. We volgen ze tot beiden uit het zicht verdwenen
zijn; we hopen en vermoeden dat ze de dijk zullen bereiken.
Ondertussen komt het water hoger en hoger. De telefoon is niet meer met de laarzen te
bereiken. Het plan wordt geopperd een deur te nemen en deze als vlot in de gang te
gebruiken om naar de telefoon te gaan. Als de telefoon rinkelt stel ik voor de schoolbank, die
op de schoolzolder staat, in de gang in het water te gooien en hiermee te proberen bij de
telefoon te komen. De bank wordt ondersteboven in het water geplaatst en nadat ik de lange
lieslaarzen heb aangedaan stap ik er bovenop. Het is geen gemakkelijk karwei om de bank zo
voort te duwen, maar ik kom toch bij de telefoon. Als ik de juffrouw vraag wie er gebeld
heeft, zegt ze dat niet meer te weten. Dan bel ik het nummer van de burgemeester. Ik krijg
(zijn vrouw) mevrouw Francke aan de lijn. Ik vraag haar of ze al iets meer weet over de
dijksdoorbraken en over de algehele situatie. Ze vertelt: "We begrijpen in welke benarde
situatie jullie verkeren. Mijn man zit daar erg mee in zijn maag en doet alles om boten
beschikbaar te krijgen. Hij is op het ogenblik in Bergen op Zoom en zet alles in het werk om
jullie te helpen." Ik zeg te begrijpen hoe moeilijk het ook voor hem is, omdat op zoveel
plaatsen mensen in een moeilijke situatie verkeren. Ook hoor ik van haar, dat op veel meer
plaatsen dijken zijn doorgebroken. Zo noemt ze: Goeree Overflakkee, de Zuid-Hollandse
eilanden en Noord-West Brabant. Verwonderd hoor ik deze berichten aan en terug op de
zolder vertel ik wat ik gehoord heb. We gaan nu beseffen wat er met ons land is gebeurd: een
nationale ramp. Ondertussen wordt het buiten donker en de storm, die het water opzwiept,
raast om het huis. Boven het wateroppervlak samengepakte wolkenmassa,s, die de lucht een
donkere kleur geven. Zo gaan we de nacht tegemoet!
Vele keren gaan we naar de trap om te kijken hoe hoog het water staat. De dertiende trede
(van bovenaf gerekend) is juist onder water gekomen. Vooral de vrouwen zijn ongerust als ze
horen dat het water steeds verder stijgt. We zien dan ook nog hoe een van onze koeien aan
komt zwemmen en hoe deze door de stroom en de golven wordt meegedreven. Als de koe
voorbij de bomenrij is, die voor het schoolhuis staat, keert ze tegen de stroom inzwemmend
terug en wringt zich door de bomenrij. Het is een afgrijselijk gezicht te zien hoe deze koe
voor haar leven vecht. Vooral aan Vader en Moeder kun je merken hoezeer dit zien hun aan
het hart gaat.
We zien er koeien uit de kapschuur en andere beesten uit de schuur komen. Ze drijven alle
weg, meegevoerd door de stroom. Als we het dakraam openen horen we het loeien en
schreeuwen van deze dieren. Een verschrikkelijk akelig geluid is dat!
21