familie had in grote onrust verkeerd omdat ze enige dagen totaal omwetend waren geweest omtrent ons wedervaren. En nu waren we allemaal gezond en wel in de familiekring aangekomen. Fijne herinneringen heb ik aan die tijd bij opa en oma. Mijn grootouders woonden in het huis aan de ingang van de begraafplaats, Crooswijk. Na sluitingstijd speelden we verstoppertje tussen de graven. We kregen zakken vol spullen van "de uitdeling". Voor mij zat er ondermeer een lieve lappenpop bij. Mijn zusje kreeg een prachtige jas van een meisje uit Parijs. De geboorte van een broertje was ook een blijde gebeurtenis! Ik ging ook naar de kleuterschool, k herinner me hiervan alleen het moment waarop mijn zusje de klas in kwam om te trakteren. Dat we de waterpokken kregen, was minder aangenaam! Hoe we weer naar Oosterland terug zijn gegaan? Mijn herinnering laat me finaal in de steek Ik herinner me één voorval uit de tijd waarin we boven woonden. De benedenverdieping was nog niet bewoonbaar. Schoon water werd regelmatig aangeleverd met een tank, getrokken door een tractor. Ik kwam boven, liep naar ae melkbus met watervoorraad en nam er met de pollepel wat water uit. Mijn broertje lag in de wagenbak naar me te kijken. Of lag hij in zijn wieg? Ik moet wel wat misbaar hebben gemaakt, want mijn vader vroeg wat ik deed. "Ik heb het zuur "Dan moetje geen water drinken. Dan moetje een kaakje eten" Tot zover het berichtje voor de PZC. Hulp uit Zweden: een nieuwe kleuterschool De watersnood had veel verwoest; het was dus echt behelpen, die eerste tijd na de ramp. Ook de kleuters werden in een noodvoorziening onder gebracht. Gelukkig werd van alle kanten hulp verleend. Ook Zweden vergat ons niet en zo stond al spoedig een prachtig, bruin geschilderd kleuterschooltje in ons dorp. De kleuters hoorden het iedere dag: "We krijgen een nieuwe school." Eindelijk was het dan zover. Het hele repertoire werd nog eens afgedraaid voordat de officiële opening plaats vond: keurig in de rij, handjes vasthouden, goed luisteren naar de juffrouws en zal je plassen voor je naar school gaat? Ik mocht bloemen aanbieden aan de "ZWEEDSE GAZANT", samen met Piet van Westen. Ik, omdat ik de alleroudste was van de kleuters en hij omdat hij één dag later dan ik jarig was. Het woord gezant of afgezant kenden we niet en we spraken over GAZANT; we dachten dat het de koningin van Zweden was. Op een gegeven moment stonden we in een keurige rij voor het nieuwe schooltje. Piet en ik vooraan, met een bod rode anjers in onze handen; er was zilverpapier om de stelen gewikkeld. Mijn hand mocht bovenaan omdat ik toch echt de oudste was. "Denk erom dat het zilverpapiertje netjes blijft," had juffrouw Beije ons opgedragen. Nu stonden we dus bij die deftige, aardige dame uit Zweden. Ze heeft me zo'n rode anjer gegeven: hij was eraf gevallen. We begrepen niet dat zo'n deftige vrouw een gewoon mens was: we keken hoog naar "onze koningin" op. Wat waren er veel mensen. De grootste kleuters mochten en da grootste tafel zitten; de kleintjes kwamen aan een kleinere tafel ervoor terecht. Och, daar huilde Suzannetje. Maar juffrouw Marietje kwam haar al troosten. Onze tafel stond vol met muziekinstrumentjes, we mochten alles eens proberen. En wat lachten die grote mensen toch allemaal vriendelijk! Ik geloof dat we er allemaal stil van waren. Ik weet nog dat ik mijn kleding heel belangrijk vond. Dat mooie witte truitje met die rode balletjes aan dat rode koordje had mijn moeder zelf gebreid. En buiten had ik een grijze jas aan met ceintuur en gesp. Ik noemde dat ding geps Toen we weer buiten kwamen stond daar ergens op een stelling zusje Ali te zwaaien. Ik herinner me niet dat ik terug zwaaide, ik was er denk ik te beduusd voor. 26

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 2002 | | pagina 14