Brief No.6 17 Augustus 1953 Beste jongens en meisjes, Het is weer ruim zes weken gelden, dat jullie bericht van mij ontvingen en daarom wordt het hoog tijd dat ik weer eens wat laat horen. Allereerst moet ik allen, die ons een felicitatie stuurden bij de geboorte van Piet, hartelijk dank zeggen. Het was voor mijn vrouw teveel om allen persoonlijk te schrijven en daarom voegt ze bij deze haar dank aan jullie toe. Ook aan de vele ouders die hun medeleven toonden. Het gaat nu goed met mijn vrouw hoewel ze enkele weken getobd heeft. Ook de baby mag het door 's Heeren goedheid best maken. Hoewel ik nog regelmatig post ontvang, kan ik toch merken dat de briefschrijverij minder wordt. Het gaat ook zo lang duren nietwaar! Maar er zijn er bij, die regelmatig een brief sturen. Nu stel ik voor om, voorlopig althans, de correspondentie stop te zetten. Ook dit schrijven zal het laatste zijn. En waarom? Wel ik heb goede moed, dat we spoedig terug kunnen naar Oosterland. Velen zijn reeds aan het schoonmaken en ook wij hopen volgende week de zaak van slik te ontdoen. Er staat dus een drukke tijd voor de deur. Maar we zullen toch hopen dat het door mag gaan, want als we de winter ook bij anderen moeten doorbrengen, zal dat voor de meesten van ons niet meevallen. En gevaar blijft er altijd, waar we ook zijn. Kijk maar eens naar Griekenland. Daar hebben de mensen geen last van dijkdoorbraak,omdat er geen dijken zijn. Maar toch zijn ook deze eilanden zwaar geteisterd. We behoeven de gevaren niet op te zoeken. Maar God heeft ons allen een plaats in de wereld gegeven en waar we ook zijn, ons leven is voortdurend in Zijn hand. Nu is onze plaats Oosterland en als de dijk bij Ouwerkerk gesloten is, mogen we mijns inziens terug gaan naar onze bestemming. Dus hoop ik jullie bij leven en welzijn terug te zien in Oosterland. En zou et door onverwachte tegenslagen niet kunnen, dan zal ik jullie weer schrijven. Afgesproken? Veel nieuws heb ik verder niet. Velen van jullie zijn verhoogd, een enkele niet. Ja hoe alles in Ooosterland weer zal gaan, weet ik niet. Regelmatig school houden zal in het begin nog wel niet gaan. We moeten eerst schoonmaken en het meeste moet vernieuwd worden. Ook hebben jullie zo verschillend onderwijs gehad. De een kon het bijhouden, de ander niet, die is verder dan deze. Het is een mengelmoesje geworden. Daarom zal ik eerst eens alles rustig bekijken en dan proberen ieder in de klas te zetten waarin hij hoort. O, ja toch nog nieuws. Tannie v.dhave, en Betje, Corrie en Suze Stouten hebben een broertje gekregen. Ook buurman Stouten (op 193) heeft een zoon, op dezelfde dag dat onze Piet werd 4» geboren. Verder vernam ik dat de vader van Bertha Goudzwaard een ernstig ongeluk overkomen is. We zullen hopen dat hij spoedig mag genezen. Nu jongens en meisjes, ik ben blij dat we in de afgelopen tijd zoveel contact met elkaar hebben gehad en dat jullie daarin ook zo je best gedaan hebben. Ik hoop van harte, dat de band zo zal blijven als we terug zijn en dat we onder 's Heeren zegen weer verder kunnen gaan in onze eigen school. Vele groeten ook van mijn vrouw en tot ziens. Meester van Dijk 20

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 2002 | | pagina 11