De dijk brokkelde af en de waterleiding hing in de lucht. ten in zo'n situatie wachten op het opkomende tij waardoor hun schip weer vlot zou komen. Vooral de bewoners van de huizen aan de buitenkant van Buitendams, de Peulenstraat en van het gedeelte Rivierdijk wat nu Peulenstraat-Zuid heet, waren blij met de aanleg van de rijksweg. Deze bewoners hadden voorheen, soms vele malen per jaar, last van het hoge water. Vooral in de herfst en win ter als een storm het water van de Noordzee de rivieren en dus ook de Gies- sendelta opstuwde. Zij moesten dan zoals dat werd genoemd 'kisten'. Hierbij werden planken of houten schotten tussen de aan de deurpost aanwezige ver- tikale latten geplaatst. Die werden dan weer afgedicht met grond en klei. Men deed dit om te voorkomen dat het Giessenwater bij hoog tij de onderhuizen binnenstroomde. Uit voorzorg werden dan alle meubels, het vloerzeil en het vloerkleed naar de zolder gebracht. De kachel liet men uitgaan. De kachelpijp werd eraf gehaald en als de kachel niet meer naar boven kon zette men deze op een hoge stellage. Als dit alles was gebeurd, moest men afwachten hoe hoog het water kwam en hopen dat de bekisting het hield. Als de storm, na enkele uren of dagen, weer begon te luwen en het water langzaam zakte, kon alles weer op zijn plaats worden teruggezet. Het gebeurde echter ook vaak dat het niet goed afliep. De bekisting begaf het door de waterdruk of het water kwam zo hoog dat het over de bekisting liep. Het gebeurde ook wel dat het water met geweld onder de vloer vandaan kwam, doordat de afvoerbuizen waren gebarsten en het water door de vloer planken omhoog kwam. Als dit gebeurde moest men aan de schoonmaak om 8 het huis weer enigszins bewoonbaar te maken.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1993 | | pagina 6