241
alleen het vege lijf hadden kunnen redden.
Later kwam er kleding ter beschikking van diverse instanties. Voor de
verdeling van deze kleding werd een commissie gevormd. De St.Martinus-
kerk, toen door iedereen nog "ouwe kerk" genoemd, was aanvankelijk
opslag- en uitreikplaats.
Landelijk kwamen acties op gang. Inzamelingen van kleding, textiel,
huisraad en nog vele andere belangrijke zaken. Ook van buiten de lands
grenzen werd hulp geboden.
Gemeentes adopteerden ramp-gemeentes, scholen adopteerden scholen in
het rampgebied.
Vanuit het buitenland werden bijzondere giften gedaan, zoals bijv. de
Noorse woningen, waar ook Halsteren van mocht profiteren. Maar ook
geldbedragen voor bijv. jeugdwerk en andere sociaal-culturele doeleinden.
"Samarbete" was daar een resultaat van.
Onder het bovenvermelde motto werd een grote geldinzameling georgani
seerd, die gestructureerd werd in het Nationaal Rampenfonds.
HET NATIONAAL RAMPENFONDS.
Het Nationaal Rampenfonds, met als voorzitter Z.K.H.Prins Bernhard,
zamelde de gelden in ten behoeve van de gedupeerden door de waters
nood. Het fonds zou ook de gelden gaan besteden.
In overleg met 's lands regering werd besloten, dat de ingezamelde gelden
bestemd zouden zijn voor "de leniging van de door de ramp ontstane
noden alsmede de voorziening in de daardoor ontstane leemten in de
persoonlijke sfeer van de getroffenen, waarbij dient te worden gedacht aan
het verlies van kleding, schoeisel, ligging, dekking en huisraad, alsmede
aan voorzieningen op maatschappelijk terrein".
Let wel, hoewel er heel veel geld werd bijeengebracht, het kon van te
voren duidelijk zijn, dat het niet genoeg zou zijn om alle door de waters
nood veroorzaakte schade te vergoeden. (Hetgeen niet vergoed werd door
het Rampenfonds, komt later aan de orde.)
Gezien het spontane ontstaan van deze actie, uit de harten van velen om
mensen in nood te helpen, werd besloten om zoveel mogelijk "in de
persoonlijke sfeer" te helpen. Een en ander dus in overleg met 's lands
regering.
Uitkering bij inkomstenderving
Als eerste werd van de ingezamelde gelden een fonds ingesteld om inkom
sten te verzekeren voor de weduwen en wezen van hen, die omgekomen
waren als slachtoffer van de watersnood, alsmede voor hen, die door of
tengevolge van de ramp invalide waren geworden.
De regeling gold eveneens voor de nagelaten betrekkingen van hen, die bij