111 gat, maar toen, van heel die keet was er niets meer! Hij was precies gelijk met het groot huis zo afgebroken. Die keet was ouder dan het huis. Die keet had nog halve deuren en vroeger sliep nog een knecht aan huis, bijv. Sjef Paulus heeft daar boven in die keet ook nog in een krib, aan de koudste kant van heel het huis, gele gen. Die keet is er nooit meer tegenaan gebouwd. Daarnaast was de bakoven die toen al niet meer voor dat doel gebruikt werd. De redders uit Tholen Daan Schot heeft mij uit het water gehaald. Ze waren met zijn vijven, in zo'n grote bak. Maar denk je nu dat ik die andere vier nu nog kan noemen? Nee. Maar Daan die is nog Daan, zoals hij veertig jaar terug was, krom met dat petje scheef op, zo loopt hij nog. Maar die andere mensen, die vier, dat waren jonge gasten en die heb ik een tijd natuurlijk niet gezien, jaren, en nou ken ik ze nog niet. Maar Daan, die ben ik blijven kennen, en nog! Daan was destijds mosselschipper en beschikte zodoende over een platbo demvaartuig. Van hieruit (Tholen. red.) tot daar een eindje verder, bijna waar de bunker staat aan de kant naar Tholen toe, was een gat naar de Eendracht. En zo zijn we langs de Eendracht teruggekomen ook. Ik zou het nu nóg kunnen varen! Omdat ik het aan kon wijzen, want ik kroop... In die boot lag een zeil en toen zeiden die man nen:" Onder dat zeil!". Maar ik stapte erin, in die boot en ik zei:" Maar ikke niet onder dat zeil!" "En dan niet?", zei hij. Ik zei:" Neeje, ik wil wel kijken waar jullie naartoe varen." Dus ik heb van begin tot eind op mijn knieën onder in die boot gezeten en net over de rand gekeken welke kant zij uitroeiden. En toen zei degene die voorop stond met die boom:" Weet jij ook waar de diepste sloten lagen?" Daar konden zij dan het rustigste varen, want je kon je wel ineens vastvaren, op een aardappelkuil. Naar ik gehoord heb, is dat hier langs de weg gebeurd (Tholense- weg), want die wisten de weg niet. Maar die voeren precies naast de sloot, maar daar zat die aardappelkuil, bons met dat schip erop en hupla daar lagen ze. Dat is bij Akkermans gebeurd, maar als ze boven die sloot waren blijven varen, was er niks gebeurd, maar door dat water en zij wisten niet... Maar ik zag het aan de prikkeldraad die boven het water uitstak. Nou die kant, en nou die kant en toen kwamen we zo naast Janus Bovée af en daar konden we de weg (Zuiderkreekweg) oversteken

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1993 | | pagina 57