218
in kleding kon voorzien. Reeds om 13.00 uur werden in het opvangcentrum te
Halsteren 1000 stuks kleding afgeleverd, hemden, onderbroeken, overhemden,
jacks en overjassen. Iedereen, die voorlopig in militaire kleding werd gestoken,
kreeg een bon waarop werd vermeld, wat hij ontving. Het duplicaat werd bij
uitreiking behouden. Later zijn al de verstrekte kledingstukken tot het laatste
stukje teruggebracht. Keurig.
Naast de bezetting van een post aan de Tholenseweg werd ook te Lepelstraat een 3-
manspost ingericht.
Het weer was bar en boos; wind, regen, sneeuw, hagel. Gelukkig voorzagen de
omwonenden de mensen op deze posten van warm drinken en ook van eten.
In het Rode Kruisgebouw aan het Bolwerk te Bergen op Zoom werd het ondertussen
een drukte van belang. Bericht werd ontvangen, dat in het parochiehuis op het
Lourdesplein onder leiding van pastoor van Eekelen een kledinginzameling werd
gehouden.
Aan ons gebouw werden spontaan auto's en vrachtauto's ter beschikking gesteld;
particulieren en bedrijven boden hulp.
Om 15.00 uur vertrok een ploeg onder leiding van de groepscommandant naar
Woensdrecht, omdat er volgens een ontvangen bericht in het buurtschap Vijftien-
huisen ongeveer 35 mensen op de daken zouden zitten. Telefonisch contact met de
burgemeester van Woensdrecht of met het raadhuis was niet te krijgen. Op het
dringend verzoek van een particulier zijn we er toch heen gegaan en die mensen
konden worden gered.
Ondertussen arriveerden er vanuit den Haag drie ambulances. Die brachten tevens
2.400 broden en 1.200 pakjes boter mee. Een verlichting voor onze fourier Came
ron, want hij moest ook de hulpverleners van. eten voorzien.
Om 17.00 uur vertrok een groep naar Rilland Bath om 80 evacué(e]s op te halen.
Deze mensen werden ondergebracht bij de paters van het Juvenaat.
Om 19.00 uur arriveerde een groep van 40 Rode Kruismensen uit Vught. Die
moesten ergens worden ondergebracht in afwachting van een inzet. Ik heb de
Garnizoenscommandant van Bergen op Zoom gebeld, die mij in eerste instantie niet
te woord wilde staan. Meneer zat aan tafel. Na mijn mededeling, dat ik nog geen tijd
had om een slok te drinken, gezien de drukke Rode Kruiswerkzaamheden, kwam hij
aan de telefoon en hij zei: "Dat zijn geen soldaten en die komen niet in de kazerne".
Terwijl ze notabene gekleed waren in militaire uniformen.
In de loop van de nacht van 1 op 2 februari arriveerden het korps van Arnhem, dat
ingezet werd op Tholen, en het korps van Vught, dat ter beschikking werd gesteld
van de evacuatiecommissie te Bergen op Zoom.
's Nachts om 03.00 uur kwam vanuit Ossendrecht de kapitein Delplace, die
mededeelde, dat de minister van Defensie de legerplaats Ossendrecht ter beschik
king had gesteld voor opvang van evacué(e)s uit het rampgebied. Ik heb hem
gezegd, dat hij rechtstreeks naar Rilland Bath kon rijden, want daar stonden er op
de zgn. 4e Weg reeds 2.100 te wachten. Ze werden opgenomen.
Reeds 's avonds hadden we contact gehad met de voorzitter van de R.K. E.H.B.O.,
de heer mr. Ad Asselbergs, welke we om bijstand vroegen. Hij is onmiddellijk met
een aantal van zijn mensen en twee dames en drie heren van onze colonne naar de
legerplaats Ossendrecht gegaan. Het nodige materiaal, zoals de bekende labels en
registratielijsten, namen ze mee.
