211 zo uitgebreid dat ze elke dag daar werk aan hadden. Toen was het kantoor van de Boerenleenbank maar enkele dagen per week open. Dinsdags en vrijdags. Terugblik na veertig jaar Er was natuurlijk wel veel ellende, maar het was wel opvallend, dat de mensen toen veel voor elkaar over hadden. Dat Lepelstraat toch een dorp is. Deze mensen kennen elkaar allemaal en hadden voor elkaar wat over en ze deden wat voor elkaar. Ze vingen elkaar op. In die tijd waren ze op Lepelstraat nog meer familie van elkaar dan tegenwoordig. In wezen allemaal van dezelfde stammen en die hebben elkaar opgevangen en geholpen. De eerste dagen zeker had niemand het idee wat of het allemaal was en dat ze dus de mensen onderdak moesten brengen. Dat moest ook allemaal in die huizen geregeld worden. En langzaam liep dus het patronaat leeg. De opvang heeft zo'n veertien dagen geduurd, denk ik. Men is begonnen met de sloten schoon te maken, leeg te halen, want die sloten waren .onbekend'. Het was dat er gras groeide, dus wisten ze, daar heeft een sloot gelegen. Onder anderen de babbie' is toen begonnen met zijn ploeg om alle waterlossingen schoon te maken en te draineren toen. Ik weet nog wel, ze zijn met de kraan bezig geweest en hadden die grond uit die sloten gehaald. Dat werd niet allemaal met de hand, maar met de kraan gedaan en dan lagen er van die hele bergen en het was verwonder lijk, als je daar langs kwam dat je de palingen er met manden tegelijk uit kon halen. Ik heb het niet gedaan, maar ik weet dat het gebeurde. Daarna zijn ze er overal gips of kalk aan het strooien geweest, vanwege het zoute water. Het eerste jaar groeide er ook niet veel in de polder.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1993 | | pagina 43