de Kruisdijk om zo de Buitendijk in te gaan. Teun ging met Kees
de Ruiter, die de bus bestuurde, het Land van Essche in. Verder
gingen mee vader Dorst, brandweerman Plet de Reus en de agenten
Bakker en Boogert. De tocht ging naar de kruising van de Land
van Esscheweg en de Wlelweg (het Kruis) waar links afgeslagen
werd naar de boerderij van Smits. Het water stond Inmiddels ge
lijk met de weg. In de ijskoude, stormachtige en donkere och
tend kwam de groep, nog voor het Kruis, Iemand met een stallan
taarn tegen. Het was Teun Verschoor. Het groepje stopte bij
hem. Teun had die nacht al het een en ander meegemaakt. Hij
vertelde dat er al veel mensen verdronken waren. De groep ge
loofde dit op dat moment niet helemaal en meende dat de man
overstuur was. Men beloofde hem poolshoogte te nemen. De weg
werd vervolg in de richting van de boerderij van Dirk Smits,
terwijl het water steeds hoger kwam. Inmiddels stond het water
bij de boerderij al een halve meter hoog op de weg. Omdat Teun
plaatselijk goed bekend was, kon men de weg toch nog volgen.
Bij de boerderij besloot men te stoppen omdat verdergaan in de
richting van de Buitendijk niet meer verantwoord leek. De stee
bleek al verlaten te zijn. Op de dam voor de boerderij zouden
de voertuigen keren. De bus kwam hierbij vast te zitten op de
nieuw aangelegde dam. Omdat Teun een dumpwagen - een oude le
gertruck - met voorwiel aandrijving had, was deze niet vast ko
men te zitten. Hoewel het water nog steeds steeg, kreeg de
vrachtwagen de bus losgetrokken. Bij het keren van de auto's
liep Piet de Reus langs de verkeerde kant van een hekpaal in de
sloot. 'Ik zie hem nog kopje onder gaan in het lichtschijnsel
van de auto's', herinnert Teun zich. 'Mijn vader stond bij die
paal en hield zich er aan vast, terwijl hij Piet uit het water
trok'. In de groep noemden we hem 'de eerste drenkeling'. Van
het feit dat elders in de polder op dat moment al veel mensen
verdronken waren, waren de mannen, daar op de vroege zondagoch
tend, nog niet op de hoogte. Het gezelschap, Inmiddels ver
sterkt met de bestelwagen van W1m de Jong, vertrok weer naar de
Wielweg om via de Weelsedijk en de Kruisdijk alsnog te proberen
de Buitendijk te bereiken. Toen de groep, zich oriënterend aan
hekpalen en grassprieten, de Weelsedijk bereikte, was de polder
het Land van Essche helemaal volgelopen.
Na onderweg mensen voor het hoge water gewaarschuwd te hebben
kwam men bij de Kruisdijk aan. Teun realiseerde zich toen pas
58