EEN DOORTASTEND OPTREDEN
Joost van der Pligt, destijds 29 jaar oud, woonde met zijn
vrouw en drie kinderen aan de Weelsedijk 30; dat is de kant van
de polder het Oudeland van Strijen. Vroeg op de zondagmorgen
van de eerste februari werden zij wakker door het lawaai op de
dijk. Het zal omstreeks half vier zijn geweest en de sloten in
het Land van Essche begonnen al vol te lopen. Zijn ouders woon
den op Strijensas. Hij oefende daar samen met zijn vader en
broer het beroep van visser uit. Omdat hij wilde weten hoe het
er op Sas voor stond, ging hij daar - op de fiets - via de
Steenplaats en Sasseweg naar toe. Bij zijn ouders vond hij op
dat moment geen reden tot grote zorg en hij keerde terug naar
Strijen. Onderweg zag Joost het water bij Malta al over de
Schenkeldijk stromen. Hij kon meerijden met de vrachtwagen van
Teun Dorst. Bij de Kooilandsedljk spoelde een personenauto te
gen de dijk aan. De inzittenden, de familie Arie Herweijer,
kwamen met de schrik vrij.
Thuis gekomen achtte hij het verstandig nog wat spullen naar
boven te brengen. Zijn vrouw was toen al met de drie kinderen
naar het dorp getrokken. Onderweg waren zij het huis van Piet
Hulsman binnengegaan. Toen hij daar zelf aankwam was daar ook
C.A. Vermeulen. Diens vrouw en drie kinderen waren nog in hun
woning aan de Varkensdijk 8.
Van der Pligt kon een roeibootje te pakken krijgen en is met
Wim Kruijthof in de richting van de Kruisdijk gegaan. Het water
was toen al zo ruw dat zij via de boomgaard van Gerrit Leeuwen
burg aan de Oudendijk naar de Varkensdijk moesten.
Het dak van het huis waar Vermeulen woonde, was er deels afge
gleden en zij konden zijn vrouw en kinderen, die daaraan hingen
in de boot meenemen en naar de hoger gelegen kruising Ouden-
dijk/Kruisdijk brengen. Ook haalden zij Kees Troost en zijn
vrouw op en de familie van Bas de Man aan de Varkensdijk 10.
Van der Pligt acht het nu waarschijnlijk dat ook de familie
Viskil door hen is opgehaald.
Bij het passeren van de schuur van Troost kwam de aangebouwde
stal met de verdronken koeien omhoog en begon af te drijven.
Voor zover hij zich nog weet te herinneren werden de geredden
door Martin den Haan opgehaald en naar het dorp gebracht.
Na deze actie ging hij naar het gemeentehuis. Vanaf de toren
51