8. HET DROOGMAKEN VAN DE WAARD Een groot gedeelte van de Alblasserwaard was inmiddels veranderd in een soort 'binnenzee'. Het grauwe water kwam tot aan de kaden en binnendijken grenzend aan de Giessen te staan: de Peursumse Vliet, de Kromme Elleboog, de Ottolandse Vliet, de Ammerse Boezem en het Achterwaterschap. Ook waren sommige bewoners van de dorpen die niet onder water stonden gevlucht voor het dreigende water. Toen echter het bericht kwam dat de dij ken dicht waren, keerden deze spoedig weer naar hun woningen terug. Een groot gedeelte van de Alblasserwaard stond echter nog onder water. De totale oppervlakte van de Alblasserwaard is 23.000 ha. Daarvan stond bijna de helft, ongeveer 10.000 ha onder water. Voor zover kon worden nagegaan moet de Alblasserwaard, of delen daarvan minstens 33 keer eerder onder water zijn gegaan als gevolg van een of meerdere doorbraken in de omlig gende dijken. En alle keren was de waard weer droog geworden. En ook nu stond men voor de taak dit zo snel mogelijk voor elkaar te krijgen en de schade zoveel mogelijk te beperken. Een in die dagen door de waterschappen opgerichte organisatie, had een plan ontworpen om de waard leeg te pompen. Aan de leiding hiervan stonden de heren D. Hakkesteegt en M.W. Schakel respectievelijk voorzitter en secretaris van waterschap 'De Overwaard' en Ir. A. van der Mast en Ir. D. Vuyk. Men had het plan om met het gemaal van het waterschap 'de Nederwaard', het eigen gebied watervrij te maken. Dit gemaal kon duizend kubieke meter water per minuut wegpompen. Daarnaast had men de beschikking over de gereedstaande pompen voor het tweede elec- trische gemaal van 'de Overwaard'. Deze werden geplaatst op een daarvoor gestorte betonnen voet bij de sluis in Alblasserdam. Hiermee kon vierhon- De polder Giessen-Bovenkerk werd leeggepompt bij de voormalige molen aan de Peursumse Vliet.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1993 | | pagina 18