evenals stophout van de werf naar de polder vervoerd. Daar werd het schip opgevijzeld en met behulp van paarden en tractoren werden er sleden onder aangebracht. Zo werd na drie weken werken in weer en wind, maar vooral in de blubber, het schip dwars door de polder naar de rivier gebracht. Voor de tweede keer werd het schip, maar nu van een provisorische dwarshelling, te water gelaten. Velen hadden gedacht dat het niet zou kunnen, maar de man nen hadden het geklaard. Het schip stak de rivier weer over en kon toen na enige weken alsnog naar zijn bestemming vertrekken. Intussen zette het polderbestuur van Hardinxveld alles op alles om de Hard- inxveldse polder watervrij te houden. Het gevaar was groot dat, als het water in de polder bij Giessendam nog hoger kwam, de dijken van de Giessen het zouden begeven of zouden overlopen. Dan zou het water via de heulen in de spoordijk tussen Giessendam en Gorinchem de Hardinxveldse polder binnen stromen. Om dit te voorkomen liet het polderbestuur de heulen en duikers in de spoordijk dichtgooien met zand dat bij het oude station werd weggegraven met behulp van draglines. Zo zou de spoordijk dienst kunnen doen als water kering. Alleen de heul bij het station Giessendam hield men voorlopig open. Wel werden enkele schepen met zand aan beide zijden van de heul gelost om, indien het nodig mocht zijn, een dam in de Giessen op te weipen en zo de Hardinxveldse polder te beschermen voor het water. Voor al dit werk waren vele vrijwilligers, maar ook personeel van scheepswerf 'De Merwede' beschikbaar. Daarnaast waren er honderd man van de genietroepen gekomen om te helpen. Al dit werk is bij nader inzien gelukkig voor niets geweest, de Giessendijken hebben het gehouden en zijn ook niet overgelopen. De polder Hardinxveld bleef droog en na enige tijd werden alle voorzorgsmaatregelen weer opgeruimd. if Een heul in de spoordijk werd dichtgegooid door de genietroepen en tientallen vrijwilligers.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1993 | | pagina 11