"Wat wordt
een ouder
in je handen
zwaar
Dertig jaar nadien heeft Fanoy Boeken in Middelburg een
bloemlezing uitgegeven van hoe er in de Nederlandse
literatuur over de ramp is geschreven. Zo liet Simon
Carmiggelt de Kronkels voor wat ze waren om naar het
ondergelopen land af te reizen en in de kolommen van Het
Parool kleine observaties te laten afdrukken.
MET EEN SPADE
"Eerst komen de zieken aan
wal- een uitgeputte vrouw
op een brancard, een door
twee matrozen onder
steunde oude man.." en:
"Stientje dreef nog, vlak bij
ons, zodat moeder haar kon
pakken. Ze werd niet eens
wakker".
Gerrit Achterberg dichtte:
Beelden van Zadkine
stonden
moeders daar
babies boven de springvloed
uit te beuren
Zonen zagen hun vaders
meesleuren;
wat wordt een ouder in je
handen zwaar;
"Je vraagt je af", schreef de
recensent van het NRC in
een bespreking van de
bloemlezing, "waarom
dichters en schrijvers ook in
de 20ste eeuw bij dit soort
gebeurtenissen nog naar de
pen grijpen. Is de spade niet
beter?"
Hans Warren deed dat
inderdaad. Toen er omge
roepen werd dat men werd
verzocht hulp te bieden, was
hij een van de eersten op
het plein, met een spade,
want hij wilde bij de werklui
zijn en niet een administra
tieve taak op zich nemen.
In Geheim Dagboek 1952-
1953 beschrijft Hans Warren
hoe hij, met wel tweedui
zend man werkend aan de
dijk, aan het eind van zijn
lichamelijke kracht raakte.
"Ik raakte verkleumd, het
water stroomde over mijn
rug en in mijn laarzen, mijn
handen waren kapot. Even
voor vier uur gaf ik er de brui
aan en ik ben naar huis
gelopen. Op dat moment
kon het me niets meer
schelen of de polder over
stromen zou. Ik wist dat als
niemand een vinger uitge
stoken had naar de
Borsselse zeedijk die dag,
er ook dan geen overstro
ming in de Borsselse polder
plaats gehad zou hebben. Ik
kende de dijk, de Schelde,
de wind en het water. Ik wist
dat mijn vader in de tijd van
zijn beheer de dijk zeer
verzwaard en versterkt had.
De dijk zou niet volkomen
bezwijken, ook al sloegen
de golven vooral op de
binnenloop stukken weg, al
kwam er wat zeewater op de
akkers erachter. Gevaar
voor Borssele dreigde er
pas als elders zeedijken en
vervolgens binnendijken
zouden doorbreken.
Thuisgekomen wilde ik me
baden, scheren, me opma
ken, parfumeren om zo, op
mijn mooist, met schone
kleren aan bij een warm
vuur te genieten van
Pompes funèbres terwijl de
wereld rondom me mocht
verdrinken. Schoon en
geurig en mooi lezen, terwijl
kleumende mensen uren
lang als apen in de bomen
hingen of als vogels op de
daken zaten te turen of een
bootje redding bracht.
Terwijl lijken ronddreven,
huizen wegspoelden,
schepen vergingen. Het liet
me koud op dat moment.
Maar ik ging in mijn vuile
kleren ellendig voor de
kachel op de vloer liggen en
ik viel in slaap".
Herbegrafenis rampslachtoffers in
Dreischor.
T:,-" Th y-T