"Het ge Luid van
een slaande deur
kunnen we niet
verdragen"
"Dat
geroep
om hulp
raak je
nooit meer
kwijt"
i
i
s m
Herinneringen van een
man uit Kruiningen.
Naast hem woonde een
jong gezin met een baby
van zes maanden. Hun
toestand was erg kritiek,
de vader van het kind
schreeuwde uit alle
macht om hulp. Maar
buurman kon niks
uitrichten. Toen het
water de volgende dag
was gezakt, heeft hij ze
alle drie gevonden: de
vader, de moeder en het
kindje. Nog vaak heeft
de buurman aan hen
moeten denken. "Dat
roepen om hulp is iets
wat je nooit meer kwijt
raakt. Die mensen
hebben zo gegild, dat is
haast niet te zeggen".
Het beeld van een wiegje,
balancerend op de rand van
een zoldervloer, die eindigt
in het niets, omdat een muur
is ingezakt. Dat valt direct
op bij het bekijken van de
foto van het huis van Kees
van Dongen uit Dreischor.
Op die zolder verbleef een
gezin met vier kinderen.
Toen het water die zondag
opnieuw was gaan rijzen,
bleef ook de zolder niet
droog meer en moest het
gezin zich terugtrekken op
een stellage tussen de
hanebalken.
Rond zes uur 's avonds
stortte een binnenmuur in,
niet lang daarna zakte het
voorste gedeelte van het
huis weg. Razendsnel
vluchtte het gezin naar het
zoldertje boven een schuur.
Kees van Dongen: "Ik had
nog maar nauwelijks het
wiegje van onze Arie van
drie maanden naar me
toegetrokken of ook de
binnenmuur zakte langzaam
maar zeker in".
Alsof dat allemaal nog niet
erg genoeg was, botste een
ronddrijvende boomstam
tegen de hoek van het huis.
Bij iedere golfslag werd het
gevaarte als een stormram
tegen een van de weinige
overeind gebleven muren
geworpen.
Eerst de volgende morgen
werd het gezin Van Dongen
uit de benarde positie
bevrijd.
Het gebonk van de boom
stam is ze nog lang bijgeble
ven. Later zou Van Dongen
zeggen:
"Het is heel eigenaardig
maar als er ergens in huis
een deur blijft slaan, kunnen
we dat geluid niet verdra
gen. Dat herinnert nog
teveel aan toen". LI
7
pf hgSS
'I '7*7
Noot** «h,
f) 4
3*| i L' - V