7
lopen. De provincies Zeeland, Noord- en Zuid-Holland, Friesland en Groningen
en de drooggelegde Zuiderzeepolders zouden praktisch helemaal verdrinken en de
provincie Utrecht voor een groot deel. Daarbij ook nog stukken van Gelderland en
Noord-Brabant.
Zouden de dijken en duinen die ons tegen het water moeten beschermen, dus door
breken - maar dat is gelukkig zo goed als onmogelijk - dan zouden alle mensen die
in deze laag gelegen streken wonen, natte voeten krijgen. En niet alleen natte voeten,
ook natte kuiten en knieën en heel veel zelfs natte haren. Want er zijn streken in
dat lage deel van Nederland waar de bodem niet een of twee, maar zelfs drie tot vier
meter beneden de zeespiegel ligt.
Goed beschouwd horen in dat deel van ons land dus eigenlijk vissen te zwemmen.
Maar er zwemmen geen vissen, er wonen mensen, die er niet eens aan dénken dat
ze op de zeebodem wonen.
En omdat juist in deze laag gelegen delen onze grootste steden liggen - dus steden
op de oude bodem van de zee - zouden er als de dijken ineens verdwenen, miljoenen
verdrinken. Want van elke tien Nederlanders wonen er zes lager dan het zeewater
staat. In onze grote steden Amsterdam, Rotterdam en Den Haag, om van de kleinere
zoals Gorkum, Leiden, Gouda, Delft en Dordrecht nog maar niet te spreken, zou
het water een paar meter hoog in de straten en op de pleinen komen te staan. En
jullie kunnen je natuurlijk voorstellen wat dat zou betekenen.