Een moeder ziet haar vier jongens voor haar ogen verdrinken. Toen de vader de jongste wou grijpen, viel hij zelf ook in het water. En de familie Blankaerts, wat gebeurde met hen? Pas na twee dagen van angstig hopen en wachten kunnen ze gered worden. Een helikopter daalt boven het dak en de piloot laat een touw zakken en schreeuwt dat iemand van hen het moet grijpen. Want ze kunnen natuurlijk niet allemaal samen vervoerd worden. Maar vader wil moeder en moeder wil vader niet met de kinderen alleen achterlaten. Dan grijpt Berend Raes het touw vast en de helikopter stijgt langzaam op. Maar de oude man kan zich al gauw niet meer houden. Zijn stramme handen laten los en hij valt naar beneden. De piloot komt terug en haalt Siem. En als Siem veilig aan land is, zorgt die voor een bootje. Tegen de avond komt hij met twee helpers terug. Het bootje stoot tegen de dakrand. Ze maken het vast aan een balk en hakken een gat in het dak. Dan helpen de mannen oma, de kinderen, moeder en de anderen 'erin. Vader klautert het laatst naar buiten. Maar terwijl hij zich tussen het latwerk door wringt, hoort hij zachtjes miauwen. Op een hoge balk onder de nok zit Elsje de poes. Hij kan het arme dier toch niet alleen achterlaten. Het verdrinkt of verhongert. 'Poes poes, kom gauw. Poes poes.' Hij gaat terug om haar te pakken, maar kan er net niet bij. 75

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1969 | | pagina 77