Het Rode Kruis komt in actie en zorgt voor aanvoer van kleding, voedsel en dekens.
Ziekenhuizen, scholen, kerken en andere grote gebouwen worden ingericht om de
geredden voorlopig te helpen en onderdak te verschaffen.
Er komt zelfs hulp uit het buitenland. Uit Frankrijk, België, Duitsland, Engeland
en zelfs uit Italië en Zweden. Want de hele wereld weet het nu. Het staat in alle
kranten. Alle radio's vertellen ervan, van de verschrikkelijke ramp die dat kleine
land aan de Noordzee in één nacht trof.
Holland in nood! De lage landen verdrinken!
Vijfduizend Amerikaanse soldaten met honderd amfibievaartuigen en ducks komen
ons land binnen en varen door de overstroomde gebieden om nog te redden wat te
redden valt.
Tientallen helikopters van het leger vliegen laag over de verdronken dorpen. Ze
gooien rubberboten en vletten uit en pikken honderden mensen van de daken, waar
boten lek stoten op palen of muurstompen.
Frankrijk stuurt genietroepen en pontonniers. Zweden zendt dertig vrachtwagens
met kleren en dekens.
Zware trucks voeren tienduizenden zakken zand aan om de ergste dijkgaten zo
snel mogelijk te dichten of zwakke plekken te versterken.
Iedereen doet wat hij kan en heel de wereld leeft mee. Maar er moeten zovéél
mensen gered worden. Ruim driehonderdduizend moeten er uit hun woonplaatsen
73