net een hoge vloed voor de deur staan. Figuurlijk en letterlijk. Anders zie je er niets van.' 'Luister toch eens hoe die storm weer tekeergaat', zo onderbreekt moeder het verhaal van vader ineens weer, 'Hoor nu toch eens. Hij wordt beslist erger. Als dat maar goed afloopt vannacht.' Een ogenblik zwijgen ze allemaal en luisteren naar het bulderen van de orkaan, die als een dol geworden monster tegen het huis opstormt. Het is werkelijk om bang van te worden. En toch geeft het gezellige lamplicht en de behaaglijke warmte van de kachel de kinderen een heerlijk gevoel van veiligheid. Juist nu nog veel meer dan anders. Waarom zouden ze ook bang zijn nu vader en moeder bij hen zijn? En 'de dijk ligt tussen 't land en 't water met palen en bazalt', denkt Arjen. Dus, wat kan er tenslotte gebeuren? De poes lig nu tevreden spinnend op moeders schoot en het kleine houten koekoeks klokje aan de wand tikt als altijd en hakt onverstoorbaar de tijd in stukjes. Ze luisteren naar de woeste geluiden buiten, maar horen tegelijkertijd die intieme geluiden binnen. 'Ja, het is werkelijk een orkaan', zegt vader na een poosje. 'Zo heb ik het in elk geval nog nooit meegemaakt', antwoordt moeder. 'Toch moet je niet vergeten dat het zich erger laat aanhoren dan het in werkelijkheid is', zegt vader. 'De storm zit precies noordwest en dan jaagt hij net tussen ons huis 51

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1969 | | pagina 53