'In Zwijndrecht is in verband met het hoge water de noodtoestand afgekondigd. Het water staat tot aan de ringdijk. Ook het eiland Dordrecht loopt gevaar; militaire hulp is ingeroepen. De elektriciteit is uitgevallen. In Ierseke en Kruiningen is de toe stand kritiek en op verschillende plaatsen luiden de kerkklokken en loeien de sirenes.' De radio kraakt hevig en het elektrisch licht flikkert een ogenblik zodat het lijkt alsof het dreigt uit te waaien. 't Is toch verschrikkelijk', zucht oma, die weer aan haar overleden man denkt. En moeder zegt: 'Als wij hier vannacht ook maar nietMaar vader stelt haar gerust. 'De dijk ligt tussen 't land en 't water, zou Arjen zeggen, hè jongen? Voor over stroming hoeven we hier dus niet bang te zijn. Er kunnen hoogstens wat golven overheen slaan zodat hier of daar een laag gelegen wei onder water loopt. En wat die rukwinden aangaat, in het ergste geval waaien er wat pannen van het dak, maar dat is het slimste niet, die leggen we er morgen dan wel weer op.' 'U bent veel te bang moeder', zegt Arjen. 'Neem liever een voorbeeld aan onze poes. Die is wijzer, die heeft de hele avond nog niets anders gedaan dan lekker lui liggen soezen.' 'Bedoel je soms dat ik daar ook maar achter de kachel op de grond moet gaan liggen slapen?' vraagt moeder lachend. Ze kijken allemaal naar de kat die languit, haar poten welgedaan naar achteren gestrekt, op de houten vloer ligt. Haar koolzwarte buik gaat langzaam op en neer en het is duidelijk dat de zee en de storm en de dijk haar geen klap kunnen schelen als zij het maar warm en behaaglijk heeft. Maar toch is het net of ze het gesprek heeft gehoord. Want ineens komt er beweging in haar glanzende huid. Ze richt zich op, gaat staan, rekt zich uit en geeuwt. En terwijl ze langzaam haar kop met het leuke witte vlekje boven haar ogen naar moeder opheft, zegt ze: 'miauwwww!' 'Toch netjes van haar', meent Miete. 'Ze heeft ons gesprek gehoord en zegt zo: nu is het uw beurt, moeder.' Moeder klopt uitnodigend met de hand op haar knie en zonder een ogenblik te dralen springt het dier op haar schoot. 'Ze wil alleen wat zachter en anders liggen', zegt vader. En dat klopt, want ze sluit haar ogen en droomt weer verder. 47

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1969 | | pagina 49