Vader zegt niets, maar luistert en kijkt ernstig. Helemaal gerust is hij niet. Niet dat de dijk het niet zal houden. Natuurlijk houdt de dijk het. Hij heeft het nog altijd gehouden en is de laatste jaren nog verhoogd en versterkt. De dijk kan gewoon niet breken. Maar er kunnen wel andere ernstige dingen gebeuren. De schepen op zee. Stormschade aan huizen, schuren en graanmijten, ontwortelde bomen en omge waaide schoorstenen. Dat is allemaal al erg genoeg. Zwijgend kijken ze naar de koeien. Ze lijken te dromen, ze zijn zo tevreden. Angst of zorgen kennen ze niet. Waarom ook? Ze staan warm en droog en hebben te drinken en te eten. Wat verlang je nog meer als koe? Ja, dat je op tijd gemolken wordt. Maar dat is dan ook alles. Tussen hun lijven hangt een fijne damp als een nevel en nu en dan schudt een beest met zijn kop, en een ketting rammelt dof op de stenen vloer. Alleen het paard lijkt wat onrustig. Nu en dan tilt het een been op en stampt op de grond en zijn hoofd is geen ogenblik stil. Geruststellend streelt Arjen zijn warme nek. 'Paarden zijn veel slimmer en veel gevoeliger dan koeien', zegt vader. 'Dat geraas van de storm maakt het dier bang.' Hij klopt het tegen zijn flanken en strijkt liefkozend over de bruinbehaarde rug. Uit de neusgaten komen dunne wolkjes, maar zo fijn dat je ze nauwelijks ziet. Daarna werpen de twee mannen een blik in de varkenshokken en kijken even naar 45

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1969 | | pagina 47