in je huis als de dijk het begeeft', spotte Bertje.
'Dat zou ik misschien wel doen als ik de tijd en het materiaal ervoor had', ant
woordde Tanne.
'Misschien kun je dan nu alvast een paar van alle dieren die er op ons eiland leven,
bij je op zolder zetten. Twee koeien, twee paarden, twee varkens, twee schapen,
twee kippen, twee eenden Voor een ezel hoef je niet te zorgen; die zit er straks
vanzelf wel', grapte Bertje.
'Voor een aap ook niet', kaatste Tanne terug. 'Die kruipt straks wel bij jou op het
dak, met de bek vol shag. En dan maar pruimen. Maar of het hem dan ook nog
smaakt!'
Het ging allemaal lachend, het was eigenlijk maar wat plagerij. Maar terwijl we
daar zo stonden - we konden toch niets meer doen - hoorden we ineens in de verte
in de lucht wat brommen. Het kwam uit het westen en het klonk als het brommen
van motoren.
We keken naar boven en zochten met onze ogen de hemel af. De lucht was een klein
beetje opgeklaard, maar een vliegtuig was niet te zien. Toen, voor we goed en wel
beseften wat er gebeurde, zagen we ineens een kerstboom in de verte hoog boven de
de dijk.'
'Een kerstboom?' vragen Miete en Arjen verbaasd.
'Ja, zo noemden we dat in die tijd. Het waren vurige ballen, rood, groen, blauw en
violet, die de Engelsen en Amerikanen soms tevoren uitgooiden om de mensen te
waarschuwen. Daarna duurde het gewoonlijk nog tien minuten. Dan kwamen de
bommen.
We wisten dus hoe laat het was.
Maar laten we eerst even naar de radio luisteren', zegt vader ineens, zijn verhaal
plotseling onderbrekend. 't Is net acht uur en ik wil toch wel eens weten wat ze
van de storm zeggen.'
42