S8SB!®;
en hup! Hij zit! Nee, toch niet, hij zit niet. Hij staat. En zo, met al de macht die in
zijn lijf is, probeert hij de trappers omlaag te drukken. Maar er komt niet de minste
beweging in. De fiets blijft stokstijf staan als een koppige ezel die, hoe hard men
hem ook slaat, geen poot verzet.
Arjen bijt op zijn tanden en balanceert met het stuur om zijn evenwicht te bewaren.
Vooruit! Het zal en het moet! Heel het gewicht van zijn lichaam drukt alleen op
de rechterpedaal. Die pedaal daalt en de fiets rolt zelfs een meter vooruit.
Nu zal hij het winnen!
Het is of de storm wacht om de jongen een kans te geven. Maar ineens toont hij zijn
ware aard en komt weer met woedende sprongen door de polder rennen.
'Wat!? Dacht jij te fietsen, jij nietige dwerg!' buldert hij schaterlachend. En met
een woeste ruk stoot hij de jongen omver en deze tuimelt hals over kop met zijn
karretje de dijk af.
'Arjen!' gilt Miete.
De fiets rolt omlaag, blijft dan plotseling steken in de weke modder en Arjen vliegt
over het stuur. Dan schuift hij mèt de fiets naar beneden. Hij glijdt over het gras
en het gladde slijk de helling af naar het water, waarvan de woeste golven zich
ineens naar hem uitstrekken als druipende reuzenklauwen.
Miete ziet het en staat stijf van angst. Maar Arjen grijpt zich vast aan een bos biezen.
De fiets glijdt onder hem weg.
23