Schuilen in een boerderij op N.-Beveland. Eén van de zeer vele slachtoffers. Een heel krijgsplan was opgesteld: Allereerst werden alle uitlopers naar onder water staande delen van het dorp afgeschakeld, door demontage van ver bindingsmoffen. De transformator en olieschakelaar hadden onder water gestaan en waren dus niet te gebruiken. Op de nog betrekkelijk nieuwe kabel van het transformatorstation naar de verdeelkast in het dorp is slechts één perceel aangesloten, hetwelk niet in het water had gestaan. Het gelukte de eindsluiting van deze kabel zover boven water te krijgen, dat een doorverbinding met de hoogspanningseindsluiting van de kabel naar Driewegen gemaakt kon worden. In het station Driewegen werd wederom deze h.s.-kabel verbonden met het l.s.-rek. Het gehele plan slaagde, met l.s. werd over de h.s.-kabel van Driewegen naar Ellewoutsdijk ge voed. Ellewoutsdijk, voor zover dit niet overstroomd was, had weer licht; zelfs de straatverlichting branddeal was de spanning niet erg best. Voor de volgende dag stond Oudelande op het programma. Ook hier moest getracht worden het droge netgedeelte weer in bedrijf te nemen. Met de motorlorrie van de N.S., welke in de volksmond de bijnaam ,,Oudelande-Expresse" ge kregen had, ging de tocht van het station Ellewouts dijk over de ringspoorlijn naar de overweg bij de Olivierse Zandweg en verder per roeiboot naar het Dorpsplein. Op het gemeentehuis was een roeiboot voor ons werk beschikbaar, waarmede het schakel station werd bereikt. Alle eindsluitingen stonden boven water. De richting kast I was gestoord. Hier was maar één op lossing: een noodvoeding naar deze verdeelkast leg gen, waardoor bijna het gehele net in de kom van het dorp weer in bedrijf zou kunnen worden ge nomen. In de Achterweg en Doelstraat stonden bijna alle huisaansluitkasten onder water, waardoor het uit gesloten was verdeelkast II in gebruik te nemen. Op 11 Februari werden al deze werkzaamheden door de monteurs Goedegebure en Traas met behulp van enkele dorpsbewoners uitgevoerd. Voor de noodver- binding werd een kabel van 4X6 mm2 gebruikt, doch het werd slechts een 2-fasevoeding [2x(2x6)], terwijl aarde als nul werd gebruikt. Nadat de uitlopers naar natte aansluitingen waren losgemaakt, ging de transformator weer in bedrijf. P.Z.E.M.-agent Louws verzorgde 's avonds en 's morgens de straatverlichting. Voor districtsmon teur Kooger luidde de opdracht: verkennen van de toestand in Baarland. De roei-veerdienst met het dorp was slecht. Met het eigenlijke improvisatiewerk kon pas de volgende dag worden begonnen en dat was allereerst het boven water halen van de eind- sluitingen van de lange voedingskabel naar de kom van het dorp. Tot over de knieën stonden de man nen in het koude water om de eindsluiting in het transformatorstation opnieuw te kunnen monteren. In de verdeelkast moest een gelijke poging worden opgegeven, daar het water te hoog stond. De enige oplossing was de kabel af te zagen en met een eind- mof af te werken. Dit werd gedaan en na nog enkele huisaansluitingen hersteld te hebben, kon de voedingskabel in bedrijf worden genomen (13 Fe bruari). Voor de voeding van de nog bewoonde percelen aan de noordzijde van de dorpskom heeft installateur van Doorn provisorisch bovengrondse spanleidingen aangebracht. Hiermede was in alle geteisterde gemeenten in de zak van Zuid-Beveland de stroomlevering weer begonnen. Het uiteindelijke herstel kon toen be ginnen. Enkele data mogen wij hier nog vermelden: 4 Maart 1953, toen districtsmonteur Kooger naar de dienstwoning in Oudelande terugkeerde. 6 Maart, transformatorstation Ellewoutsdijk in bedrijf genomen. In Mei werd een noodtransformatorstation in gericht en h.s. en l.s.-kabels gelegd i.v.m. het herstel van de zeedijk te Baarland. Dit station was van 27 Mei tot half September in bedrijf. Een tweede transformatoropstelling werd onder gebracht in het 50 kV-station te Bakendorp t.b.v. dezelfde aannemer. Deze tijdelijke voeding was van 11 September tot 6 October in gebruik. 12

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1956 | | pagina 9