Nadat de hoogste vloedstand was bereikt en het
getij begon te keren werd om 6.15 uur besloten de
olieschakelaar richting Betje Wolffplein-Zuid weer
in te schakelen en dan op onderzoek uit te gaan.
T.A. Vader ging op pad naar het schakelstation in
de Dijkstraat. Het was een tocht door het water,
maar niet tevergeefs, want het reeds eerder ge
maakte plan kon in zijn gehele opzet worden uit
gevoerd: Eiland en Hendrikstraat werden afge
schakeld en om 8 uur kon de richting Dijkstraat in
de centrale weer ingeschakeld worden, daar het
water aan het schakelstation zelf geen schade had
aangericht. Tien minuten later kon zodoende de
rioolbemaling weer in bedrijf genomen worden
Na een verder onderzoek werd om 8.20 uur het
transformatorstation Hendrikstraat bijgeschakeld,
waardoor het postkantoor en de telefooncentrale
weer spanning kregen.
De kelderruimten van de gasfabriek, waarin de
aansluiting, de meters en de kastenbatterijen zich
bevinden, stonden onder water; hier kon men uiter
aard voorlopig geen stroom leveren.
Na eerst assistentie in de centrale verleend te
hebben, ging T.A. Tazelaar in zijn district de
schade opnemen.
De eerste tocht ging naar Veere. Het dak van
het transformatorstation aan de Havendijk was door
de storm gelicht, een plank was op de hs-rail ge
vallen en had sluiting veroorzaakt. Tengevolge
daarvan was wel om 2.30 uur in Serooskerke de
olieschakelaar richting Veere uitgevallen, maar toen
de districtsmonteur 5 minuten later weer inscha
kelde, bleef de schakelaar in, alsof er niets gebeurd
was, zodat dit station nog in bedrijf was.
De verdeelkast in de Kapellestraat was omver-
gespoeld en op de kade waren de ls-kabels op vele
plaatsen blootgespoeld.
Uitgezonderd in enkele hoger gelegen percelen
hadden alle aansluitkasten in het water gestaan.
Om 11.30 uur werd het station Havendijk korte
tijd uit bedrijf genomen om de plank van de hs-rail
te verwijderen.
Alle transformatorstations in Veere en de ver
deelkast bij de Kerk bleken geen waterschade ge
leden te hebben.
Twee aansluitingen op een lange uitloper langs
de Veersedijk lagen in een ondergelopen polder.
Door het losmaken van een verbindingsmof gelukte
het de gehele Veersedijk weer in bedrijf te nemen.
Tussendoor een contröle-rit naar Oranjezon, om
te zien hoe het met ons transformatorstation bij het
Waterleiding-pompstation gesteld was.
Onze installatie had geen schade geleden; daar
echter de kelder, waarin de pompen staan opgesteld,
vol water stond, zou hier de eerste dagen geen
stroom geleverd behoeven te worden. In Vrouwen
polder werd intussen stormschade aan het boven
grondse net gerepareerd.
Van alle kanten waren berichten binnengekomen,
waaruit kon worden opgemaakt, dat de polders, ge
legen tussen de Sloedam en de Rijksweg bij Arne-
muiden, ondergelopen waren. Dit betekende, dat
het zeer laag gelegen transformatorstation W.M.Z.-
Sloedam was ondergelopen. Deze berichten bleken
werkelijkheid te zijn. Bij aankomst op de dijk bij
Arnemuiden stond T.A. Tazelaar met zijn mannen
tegenover een zee, die tot op 30 cm onder de kruin
van de dijk gestegen was. Kleverskerke lag midden
in het water en was, alhoewel het water niet erg
hoog stond, niet te bereiken. Het vermoeden lag
voor de hand, dat het ls-net wel gestoord zou zijn,
doch later bleek dit niet het geval te zijn, zelfs de
straatverlichting was intact. Dit zijn dingen die men
niet kan begrijpen, als men ze niet met eigen ogen
gezien heeft en toch zijn er nog vele zulke voor
beelden te noemen. Het lager gelegen gedeelte van
Arnemuiden, de omgeving Appelstraat, stond ook
onder water en hoewel de verdeelkast door de gol
ven omspoeld werd, bleef deze in bedrijf. De eind-
sluitingen stonden tot precies 1 cm onder de boven
kant in het zoute water.
Om de droog gebleven netgedeelten zo vlug mo
gelijk in bedrijf te kunnen nemen, moest allereerst de
hs geschakeld worden: de kabel Lewedorp-Zuid
vanaf Arnemuiden-Rijksweg in richting W.M.Z.
uitgeschakeld; Arnemuiden met Kleverskerke op de
Zuidkabel laten staan en, daar het niet bekend was
hoe de situatie in Kleverskerke was, Nieuw- en St.
Joosland met Oudedorp op de Noordkabel overge
nomen. Zou er in Kleverskerke een storing ontstaan
zijn, dan bleven Nieuw- en St. Joosland met Oude
dorp toch in bedrijf.
In Vlissingen was de situatie om het middaguur
als volgt:
Met uitzondering van de trajecten Hendrikstraat-
Vrouwestraat enVrouwestraat-Betje Wolffplein was
het gehele hs-net weer in bedrijf.
De laagspanning in de oude stad was grotendeels
gestoord, daar aansluitkasten en meters onder water
stonden. Gestoord waren op dit tijdstip de volgende
netgedeelten:
Walstraat, Scherminkelstraat, Kolvenierstraat,
Erve Bok, Lange Zelke, Vrouwestraat, Wagenaar-
straat, Vlamingstraat, Kleine Kerkstraat, Sint Jacob-
straat, Oude Markt, Kerkstraat, Korte en Lange
Groenewoud, Nieuwstraat, Dortmanstraat, Lepel
straat, Achter de Kerk, Sarazijnstraat, Bellamypark,
Nieuwendijk, Boulevard de Ruyter, Grote Markt,
Slijkstraat, Breewaterstraat, Verlorenlandstraat,
Meylandstraat, Weststraat, Hellebardierstraat,
Waaigat, Bakkersgang, Molenstraat.
Voorts de Hendrikstraat, Palingstraat, Kouden
hoek, Flessenstraat, Onderstraat, Gravestraat, Paar
denstraat, Simon Stevinstraat, Marinestraat, Prin
senstraat en Oranjestraat.
Een aanzienlijk lijstje, dat in de kortst mogelijke
tijd afgewerkt moest worden.
Daarnaast was er nog ander belangrijk werk.
Onder de vrijhangende kabels in de dijkgaten op de
Boulevards Evertsen, Bankert en De Ruyter wer
den ondersteuningen aangebracht, als tijdelijke voor
ziening, terwijl in overleg met de heer Slabber van
R.W.S. en dhr. Moll van Gemeente-Werken van
onze zijde hier ook noodverlichting met schijnwer
pers t.b.v. het dijkherstel werd gemonteerd.
In de avonduren bracht T.A. Vader verslag uit
aan de Burgemeester van Vlissingen, de Directeur
van Gemeente-Werken en de heer Moll, technisch
hoofdambtenaar van Gemeente-W^erken, waarbij hij
mededeelde welke voorzieningen getroffen waren.
Op 2 Februari was Vlissingen weer nagenoeg
droog en werd een inspectietocht gemaakt langs de
transformatorstations, verdeel- en sectiekasten.
8