het verder in richting Stavenisse. Maar plotseling
vertoonde zich in het licht van de schijnwerpers een
afgrond, de dijk brokkelde af en met enorme kracht
stroomde het water in de andere polder.
Uit de duisternis klom een jongen tegen de dijk
op, in de armen geklemd een klein kind. Even later
kwamen nog 2 kinderen uit het water, geheel uitge
put van inspanning. Allen werden met de auto in
veiligheid gebracht.
De gehele Noordpolder was ondergelopen en
daarmede was zware schade aangericht aan het pas
aangelegde 3 kV-net. Zoals later bleek was het
water in het hoofdstation tot boven de 10 kV-eind-
sluitingen gestegen. De inrichtingen van alle 9
3.000/380 V-transformatorkasten stonden onder wa
ter en van 4 daarvan waren de betonnen deksels af
gespoeld.
De inspectietocht werd voortgezet naar Sint
Annaland. Daar was de situatie al even triest. Bij
de haven was een diepe bres in de dijk geslagen.
Om half acht werd Oud-Vossemeer weer be
reikt en verslag uitgebracht. Stavenisse was er het
ergste aan toe. Besloten werd nogmaals te trachten
dit dorp te bereiken en zo nodig aan de reddings
werkzaamheden deel te nemen.
Bij Sint Annaland was een tweede dijkbreuk
naar de Suzannapolder ontstaan, waardoor het niet
mogelijk was verder te komen. Het was inmiddels
licht geworden en nu kon ook de schade aan onze
installatie worden opgenomen. Kabels en delen van
het bovengrondse net lagen hier als een wirwar door
elkaar. Het station Molendijk had geen schade ge
leden, maar in station Dorpsweg stond een halve
meter water. De eindsluitingen op de bovenver
dieping liepen geen gevaar en de laagspannings-
eindsluitingen kwamen nog juist met de rand boven
het wateroppervlak uit. Maar vele aansluitingen in
de Dorpsweg, West Achterweg, Suzannaweg en
Klippelstraat stonden onder water.
Van hieraf viel de blik op Sint Philipsland, waar
niets meer van de zeedijk was te zien, alleen maar
water, ver in de Oude Polder. Langs die weg zou
ook geen mogelijkheid bestaan voor een stroom
voorziening van Tholen. Ook langs de over
stroomde Lliterst Nieuwlandpolder was Stavenisse
niet te bereiken. Een 80 m breed gat in de dijk,
waar doorheen het water uit de Stavenissepolder
zich een weg had gebaand naar de Uiterst Nieuw
landpolder, versperde ook hier de weg naar het
slechts enkele kilometers verwijderde dorp Stave
nisse. Twee personen, waaronder de dijkgraaf, waren
hier zojuist op een stuk wrakhout aangespoeld en
reden mee terug naar Sint Maartensdijk.
Het water stroomde ook reeds het dorpje Poort
vliet binnen, waardoor de beide op polderpeil gelegen
transformatorstations aanzienlijke schade kregen.
Om half tien in Tholen teruggekeerd van een
uitgebreide verkenningstocht, werd overleg gepleegd
met de autoriteiten.
De burgemeester beloofde te zullen trachten con
tact met burgerlijke en militaire instanties buiten het
eiland te krijgen. Hij verzocht om al het mogelijke
te doen voor een spoedig herstel van de stroom
voorziening.
In een samenkomst van P.Z.E.M.-personeel
werden de mogelijkheden voor dit herstel besproken.
Normale stroomvoorziening van Zierikzee over
Stavenisse was, i.v.m. de critieke toestand van laatst
genoemde plaats, onmogelijk.
Na wat Ir. Beun eerder had medegedeeld, was
het tevens erg twijfelachtig of Zierikzee nog als
voedingspunt intact was.
Sint Philipsland stond onder water, met het sta
tion Oostdijk op een der laagstgelegen punten van
de polder. Daarmede was ook de hoop verdwenen
om via Sint Philipsland en Nieuw-Vossemeer de
hoogspanningsvoeding uit Schouwen te ontvangen.
Slechts één mogelijkheid was er nog: de oude
P.N.E.M.-voeding via het schakelstation Nieuw-
Vossemeer. Er bestond goede hoop, dat de water
kabels door de Eendracht niet beschadigd waren,
daar ook de dijken op de kruisingspunten nog in
goede toestand verkeerden. Het schakelstation
Nieuw-Vossemeer was op een dijk gelegen, evenais
de beide eerstvolgende P.N.E.M.-stations en deze
zouden vermoedelijk geen waterschade hebben ge
leden. De vraag was nog of de hoogspanningsver
bindingen van deze stations onderling in orde
waren.
Het was noodzakelijk contact met de P.N.E.M. Ie
verkrijgen. De overtocht van Oud-Vossemeer naar
het vaste land was niet mogelijk; de veerman, even
als de Thoolse vissers, wilde de overtocht in de nog
steeds heftige storm niet wagen.
Tegen de avond hadden militairen een nood-
zender op de bovenverdieping van het gemeentehuis
in Tholen ingericht. In de stroom van overgeseinde
berichten bevond zich ook het volgende:
„Hallo Victor Jacob Ajax-Halsteren, hallo Vic
tor Jacob Ajax. Hier volgt een bericht, bestemd voor
de P.N.E.M. te Roosendaal. P.Z.E.M. Oud-Vosse
meer verzoekt onmiddellijk bericht of hoogspan
ningskabels naar Nieuw-Vossemeer nog intact
zijn
En na een half uur met spanning gewacht ie
hebben, kwam het teleurstellende antwoord van de
P.N.E.M.: „hoogspanningskabels naar Nieuw-Vos
semeer beide buiten bedrijf".
Daarmede was de laatste hoop vervlogen, al
thans voorlopig. Maar toch maakte deze verbinding
nog de meeste kans spoedig hersteld te kunnen
worden.
Het gehele P.Z.E.M.-personeel op Tholen ging
de volgende dag naar Sint Annaland en Poortvliet
om diverse transformatoren op verhogingen te
plaatsen en noodreparaties te verrichten. De bestel
auto werd ingeschakeld voor het vervoer van
evacué's.
De veerman in Tholen werd bereid gevonden
de overtocht naar Halsteren te maken, zodat T.A.
Leenhouts om acht uur 's morgens aan boord van
de veerboot stapte, om de toestand in Nieuw-Vosse
meer en Sint Philipsland te verkennen.
Aan de overkant was de aanblik al even hope
loos; op de daken gevluchte mensen werden voor
eerst in veiligheid gebracht. Zover het oog reikte
was niets dan ellende en verwoesting te zien.
Van het schakelstation Nieuw-Vossemeer, dat
op een dijk stond, was nergens iets te zien. Toen
T.A. Leenhouts te voet de situatie ging verkennen,
moest hij tot zijn grote verbazing constateren dat
het station spoorloos was verdwenen. Waar eens
een massief transformatorstation gestaan had, was
thans een grote bres in de dijk, waar doorheen een
20