Boilers en meetinstrumenten worden uit woningen weggehaald
Midden Maart waren nog steeds enkele bewoners
ten westen van de z.g. Zanddijk van licht verstoken,
hoewel daar geen water geweest was. De oplossing
werd een laagspanningsvoeding over de h.s.-kabel
vanaf Yerseke-Mosselstraat met een doorverbinding
van hoog- en laagspanningskabels in Capelleweg. Na
het losmaken van de onder water staande aansluitin
gen ten oosten van de dijk hadden deze mensen op
16 Maart weer licht.
Inmiddels werden volop maatregelen getroffen om
de hoogspanning tot Rilland zo spoedig mogelijk na
het sluiten van de nooddijk bij Rilland-Bath in bedrijf
te nemen. Bij de sluiting van de dijk op 16 Maart
waren onze mensen dan ook zover, dat in station
3 Haasjes de richtingen Krabbendijke en Klooster vrij
waren. Om eventuele storingen te kunnen localiseren
werd tevens in het transformatorstation aan de rijks
weg te Krabbendijke een olieschakelaar geplaatst.
De Coq-batterij moest in revisie en werd vervan
gen door een reservebatterij uit Zeeuwsch-Vlaanderen.
Op 18 Maart ging deze schakelinstallatie in bedrijf
en kon de normale stroomlevering aan de Bathpolders,
Fredericapolder en Valkenissepolder worden hervat.
Dit betekende tevens de aflossing van het aggregaat
uit Saarland en kon dit weer worden teruggevoerd
naar het land van oorsprong.
Op een andere plaats dreigde alweer gevaar. De
hoogspanningskabel tussen Kruiningen en Oostdijk,
de z.g. noordkabel, hing zwevend in een breed stroom-
gat, door het wegspoelen van een gedeelte van de
hoofdweg. Bij een storing in deze kabel zou het gehele
oostelijke deel van dit district spanningsloos worden.
De bovengrondse 50 kV-iijn werd bestemd het water
gebied te overbruggen. Vanaf mast 114 werd een
kabelverbinding met het transformatorstation 3 Haas
jes gemaakt en vanaf het station Evertsenstraat te
Goes werd daarna over één circuit met 10 kV gevoed.
Op Zaterdag 21 Maart werd deze voeding in bedrijf
genomen, terwijl kort nadien, nl. op 1 April te 22.55
uur, de kabel in het dijkgat inderdaad bezweek.
Over de bovengrondse 50 kV-lijn werden thans
de stations in Krabbendijke, Fredericapolder, Valke
nissepolder, Bathpolders en Oostdijk gevoed. In het
laatstgenoemde station was reeds op 16 Maart een
transformator van 20 kVA voor het dijkherstel in
gebruik genomen.
Inmiddels was op 21 Maart de hulpploeg uit Til
burg vertrokken en kwam de heer Rijpstra uit Am
sterdam zijn hulp aanbieden, welke dankbaar werd
aanvaard. De monteurshulp uit Friesland vertrok op
2 April.
Op 23 Maart was het station 3 Haasjes reeds zo
ver hersteld, dat het in bedrijf genomen kon worden.
Ook de garantielijnen Langedijk en Vinkenissepolder
kwamen naderhand onder spanning.
Het laagspanningsnet in het dorp Rilland vanaf
3 Haasjes tot Klooster en verder via de verdeelkast
Mairestraat tot station Derdeweg kwam op 9 April
onder spanning en toen 14 dagen later de bewoners
mochten terugkeren was alles gereed; direct bij aan
vraag konden de meters herplaatst worden. Ook de
straatverlichting werd weer in bedrijf gesteld.
Het volgende operatiegebied was Bath. Op 13
Mei kwam het transformatorstation Bath gereed, na
dat de transformator was uitgewisseld en de oliescha
kelaar vervangen door een zekeringsscheidingsscha-
kelaar. Doch het station kon niet in bedrijf worden
genomen, alvorens de h.s.-kabel was hersteld en dit
werk wederom werd belet door het nog aanwezige
water. De bewoners mochten echter ook nog niet
terugkeren.
Ophaaldienst van apparaten in de gemeente Waarde
De herstelploeg verhuisde intussen naar Waarde,
waar de nooddijk op 23 April werd gesloten. Over
een lengte van 125 m was daar de h.s.-kabel vernield
en in het transformatorstation lag een dikke laag
modder. De transformator werd uitgewisseld, de
hoogspanningskabel gerepareerd en op 9 Juni, de
zelfde dag waarop de bewoners terugkeerden, werd
de stroomlevering ook hier hervat. Vervolgens werd
het herstel in Gawege aangepakt. Toen de bewoners
in Bath terugkeerden, waren wij er niet in geslaagd
de hoogspanningskabel tussen Rilland en Bath in be
drijf te nemen. Bij het persen van de kabel op 1 Juni
was een breuk geconstateerd ergens* onder water in
een kreek. Na het leggen vaneen nieuw stuk kabel
over deze kreek was alles in orde, doch nauwelijks
was de kabel onder spanning of de beveiliging in
Goes schakelde wederom uit. Na lang zoeken konden
districtsmonteur Gooijen en zijn mensen de storing op
heffen en kwam dit gebied weer onder spanning
(7 Juni).
Op 11 Juni werd over het reeds eerder vermelde
stroomgat in de rijksweg, waar onze noordkabel was
beschadigd, een Baileybrug geslagen en de volgende
dag werden de kabeleinden hier bij eb verbonden.
15