is er de reële mogelijkheid, dat Tien Gemeten door middel van bruggen met de Hoekse Waard en Overflakkee wordt verbonden. De gebieden Schouwen- Duiveland, Tholen, Westelijk Noord-Brabant en Goeree-Overflakkee krijgen daarmee een snelle verbinding op Rotterdam, die ten zuiden van Dintelsas aansluiting kan geven op Roosendaal en Bergen op Zoom. Het complex Midden-Zeeland, dat door het Drie-eilandenplan binnen 10 jaar één aaneengesloten gebied zal zijn geworden, heeft echter op deze wegen geen rechtstreekse verbinding. Bij de berekening of een directe verbinding van Zierikzee naar Colijnsplaat (op Noord-Beveland), dus de aanleg van een secundaire dam, economisch nut oplevert, kan worden aangesloten bij een studie van drs. M. C. Verburg 1. Daarin wordt gesteld, dat de verkeerssituatie in 1980 drie verbindingen zal kennen, n.l. één over de afsluitdam, één over het voordien' sterk uitgebreide veer Noord-Beveland-Zierikzee en één over het Volkerak. Door de aanleg van een dam van Colijnsplaat naar Zierikzee wordt uiteindelijk (in het jaar 1980) een besparing voor het verkeer bereikt van per jaar 1,3 min minimaal en 2,1 min maximaal. Daar de besprokeen secundaire dam ongeveer 20 min zal kosten, is deze investering ten volle rendabel, temeer daar de ontsloten gebieden dan tot verdere ontplooiing kunnen komen. Op een aanvankelijk belangrijke ontwikkeling van het veer Kats-Zierikzee, ook voor de doorverbinding via West- en Oost-Zeeuws-Vlaanderen, moet dus worden gerekend. Het is noodzakelijk, zo spoedig mogelijk nadat de secun daire dammen zijn ontworpen, zo nodig maatregelen voor dit veer te treffen. Voor de uitvoering van de noordelijke afdamming moet hiermee al rekening worden gehouden met het oog op de dan dreigende volledige verdwijning van de oriëntering van Schouwen-Duiveland op Midden-Zeeland. Men moet bovendien bedacht zijn op de invoering van nachtdiensten op dit traject. Na afdamming van de Oosterschelde komt de dam Colijnsplaat-Zierikzee aan de orde. Een punt, losstaande van het eigenlijke Deltaplan, maar wel van grote betekenis in deze beschouwingen, is de verbinding van Zeeuws-Vlaanderen met overig Nederland. Op een volledige afsluiting van de Westerschelde mag men ook voor later niet rekenen, met het oog op de scheepvaartbelan- gen van Antwerpen; wellicht komt te zijner tijd wel de bouw van een storm- stuw in aanmerking. Er resten voor Zeeuws-Vlaanderen dan nog twee oplos singen. In de eerste plaats kunnen de veerdiensten nog aanmerkelijk worden verbeterd; de voorgenomen bouw bijvoorbeeld van twee boten van 100 m, één voor het veer Vlissingen-Breskens en één voor dat van Kruiningen-Perk- polder, alsmede de bouw van twee aanlegplaatsen in alle vier de genoemde plaatsen, moeten in dit licht worden bezien. Een andere oplossing kan gele gen zijn in de inpoldering van het Land van Saeftinge en een vaste oeverver binding van daar met Noord-Brabant. Ook hier zal een maatschappelijke rentabiliteitsberekening moeten worden opgezet. Daarbij bedenke men, dat het zeer wenselijk is Zeeuws-Vlaanderen meer bij de Nederlandse samenleving te betrekken. 1 Zie Economisch Statistische Berichten van 27 October 1954. 15

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1955 | | pagina 9