5 ging er op uit om mensen te redden. Hij is niet teruggekeerd. Het derde kind is anderhalf jaar geleden ge boren; het heet naar zijn vader, Piet. Evenals haar man is mevrouw Van de Vate op een boerderij groot gebracht. Toen zij 8 jaar was reed ze al met paard en kar en ze was elf, toen ze ging melken. Later werd zij kraam verzorgster, eerst in Den Haag, later in Rotterdam. In 1942 trouwde zij. Na de evacuatie van 1944 bleek de kraam- verpleging in Nieuwerkerk en Ouwer- kerk onvoldoende te zijn, zodat zij be sloot haar beroep weer op te nemen. Van 1946 tot 1952 heeft zij haar werk verricht. Haar man was vertegenwoor diger van een grossierderij en agent van een verzekeringmaatschappij. Juist voor de ramp was hij bij de Heide- Maatschappij in dienst gekomen voor de herverkaveling. ,,Ik zal het bedrijf van mijn ouders voortzetten. Ik voelde me daartoe aan getrokken, vooral ook voor de kin deren. Misschien voelen ze er iets voor. Misschien mislukt het ik hoop het niet. Met hart en -ziel zal ik er voor werken". Piet Flikweert met de nieuwe handzaaimachine. Tot voor kort reed mevrouw Van de Vate op een motor. Zij had hem juist een dag van te voren verkocht. Met de jeep haalt zij nu water - 40 liter per dag. Zij heeft geen waterleiding en uit de regenput heeft zij enige dode muizen opgehaald. Er is geen elec- triciteit of gas. Binnenkort krijgt zij wel een telefoon. „Een koe heb ik al", zegt zij. Maar de schuur ontbreekt nog, zodat de koe bij een andere boer staat. Het is een stamboekkoe, geschonken door een Friese boer. „De mensen zeggen, dat ik haar moet verkopen, omdat ik er nu teveel last en onkosten door heb. Maar ik hou de koe. Ik krijg in Mei een pink en en kalf. Ik wil proberen dit jaar al wat voor de beesten te ver bouwen en dan een kleine veestapel fokken." Mevrouw Van de Vate heef't \V/2 hectare land. Zij wil een gemengd bedrijf stichten. In de schuur wil zij zes koeien, twee paarden en jong vee houden. „Ik hou ook nog de verzeke ringen van mijn man bij, dan kom je nog eens onder de mensen", zegt ze. De gesprekken, die wij in het ramp gebied gevoerd hebben, hadden bijna geen van alle een slot. Men staat nog aan het begin van de wederopbouwaan het begin van een nieuwe toekomst. En niemand weet nog wat die zal brengen. O ET hoofd van de openbare lagere school in Ouwerkerk en zijn vrouw, die in één van de zeventien Noorse bungalows aan de rand van het dorp hun intrek genomen hebben, konden ons wel al enige definitieve resultaten van herstel laten zien. Mevrouw M. F. Berrevoets-Quist ont ving ons in haar modern en zeer smaakvol ingerichte woning. Nu zovelen in het rampgebied een nieuwe woning betrekken, liggen daar dus de mooiste kansen voor de propa ganda van de moderne woninginrich ting. Juist de Rode-Kruiswoningen, die afwijken van de traditionele bouw, vragen als het ware om de lichte en kleurige moderne materialen. De Ne derlandse Bond van Plattelandsvrou wen heeft dit reeds vroeg" ingezien; een binnenhuisarchitecte geeft de leden gratis advies bij de woninginrichting en op haar beurt hebben leden van de bond commissies gevormd, die de niet leden weer helpen. Mevrouw Romeijn, de echtgenote van de burgemeester, is lid van zo'n commissie. Zij vertelde ons, dat de meeste mensen er nu wel zo langzamerhand van overtuigd zijn, dat een dressoir bepaald niet even groot als de wand behoeft te zijn; en

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1955 | | pagina 3