Het dagbezoek aan Zeeland was in 1952 plm. 550.000, waaronder plm. 500.000 buitenlanders (voornamelijk Belgen en Fransen). De overnachtingen waren in 1952 plm. 1.000.000 Nederlanders van buiten Zeeland en plm. 170.000 buitenlanders. Gerekend moet worden dat door de nieuwe ligging van Zeeland tussen enerzijds centraal Holland en anderzijds de Belgische kust, een behoefte zal ontstaan van naar ruwe schatting het dubbele van thans. Dit zal betekenen, dat de opnamecapaciteit ook relatief moet worden ver groot, wil men niet in moeilijkheden komen, vooral met de logiesruimte in de goedkopere klassen. Voor weekeindrecreatie is men thans reeds aangewezen op eigen onderdak (tent). Veelal zijn de hiervoor gereserveerde terreinen te klein en onvoldoende ingericht. Grote aandacht voor dit probleem is nodig. De Zeeuwen zelf nemen thans naar schatting voor 20 a 30 deel aan de bezetting der recreatiegebieden, zodat voor het „vreemde" tourisme een ruimte overblijft van 70 a 80 Het zal ook hier noodzakelijk zijn zeer spoedig, bijvoorbeeld door pogingen tot oprichting van recreatieschappen van provincies tezamen en/of van pro vincie (s) en gemeenten, contact op te nemen met alle betrokken instanties, over de inrichting der af te sluiten gebieden. Doet men dit niet, niet voldoende of te laat, dan zullen veel mogelijkheden verloren gaan. De grote en steeds groeiende behoefte aan recreatie zou door een zodanige tekortkoming onher stelbare schade ondervinden. En niet alleen de recreatiebehoefte, maar ook de economie van het zuid-westen des lands! De enorme toeneming van het tourisme zal niet nalaten haar invloed uit te oefenen op de leefwijze der bevolking. Hier zullen vaak twee levenssferen met elkaar in strijd komen. Het is dan ook wenselijk in de plannen tot ontwikke ling van de verschillende streken in het Deltagebied rekening te houden met een ontwikkeling in fasen, zodat de ontwikkeling verantwoord tot stand zal komen. Het recreatie-vraagstuk en het vraagstuk der natuurbescherming (behoud en uitbreiding van natuurreservaten) grijpen hier ineen. Goed geleide en goed beheerste recreatie behoeft met de eisen der natuurbescherming niet noodza kelijk in conflict te komen. Er zal echter in ieder geval ook aan het vraagstuk der natuurbescherming, zowel zelfstandig als in samenwerking met de recreatie, volle aandacht geschonken moeten worden. Vooral indien bepaalde thans nog vrijwel ongerepte gebieden mochten worden aangetast, zal het noodzakelijk zijn elders voor het behoud van waardevolle flora en fauna de onmisbare voorzieningen in behoorlijke omvang te scheppen. V. VOLKSHUISVESTING a. uitgangspunten Het woningpeil steekt ongunstig af bij de rest van Nederland, uitgezonderd de noordelijke provincies. Het aantal één- en tweekamerwoningen bleek tijdens de telling van 1947 in Nederland 10,4 van de woningvoorraad uit te ma ken. In Zeeland was het 23,6 Verschillende zwaar getroffen gemeenten (Numansdorp, Oude Tonge, Kortgene, Stavenisse, Nieuw Vossemeer) had den een hoog percentage (30-50 zelfs ten dele meer dan 50 van deze woningen. 24

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1955 | | pagina 14