DIENST v. GE BIBI Op Tholen, dat voor de ramp reeds getroffen werd door permanente ar- beidsoverschotten, ligt het voor de hand St. Maartensdijk midden in dit ge bied tot ontwikkeling te brengen. Wanneer de herverkaveling er gereed zal zijn (plm. 1960) zal het arbeidsoverschot zeer groot zijn. Zonder tijdige maat regelen zullen deze desbetreffende mensen weer afvloeien. Hetzelfde geldt voor Schouwen-Duiveland, waar Zierikzee na de afdamming gunstig zal komen te liggen. Op Goeree-Overflakkee lijkt Middelharnis voor industrieën een geschikte plaats; op Voorne-Putten wellicht Hellevoetsluis. Veel hangt bij dit alles af van de verkeersverbindingen na de afdammingen. Het is aan te bevelen de vaste verbindingen te richten op de economische ontwikkeling. Waar veilig heidseisen zich hiertegen verzetten, dienen secundaire verbindingen tot stand te komen, die bijvoorbeeld Vlissingen en Goes zo kort mogelijk met Rotterdam verbinden. In de meeste gevallen gaat het om een bescheiden industrie-ontwikkeling, die het demografisch afbraak-proces zal ombuigen tot een geleidelijk herstel. Steun van de overheid in concrete gevallen is het minste wat geëist kan worden (aanleg industrieterreinen, woningen, industriegebouwen e.d.). Men zie dat steeds als compensatie en als het scheppen van aanzetpunten nü met het oog op de verwezenlijking van het Deltaproject. De volgende punten zijn van belang: 1. de industrie-ontwikkeling moet zich richten op de arbeidsmarkt. De land bouw mag hierbij niet in het gedrang komen. Anderzijds zullen te grote in dustrieën aanvankelijk des zomers een te groot verloop van arbeidskrachten hebben. Tot nu toe is het vertrekoverschot per jaar en per gebied klein. De „afroming" is op den duur echter zeer groot. Hiermee houde men re kening. 2. bij steun aan dit gebied van overheidswege zullen er enkele bedrijven van elders gevestigd kunnen worden. Daarnaast kunnen de uitbreidingsmoge lijkheden in de bestaande bedrijven (ambacht en industrie) geëffectueerd worden. 3. er is nu reeds in deze gebieden een zeer grote belangstelling voor het tech nisch onderwijs. De jonge mensen moeten dan echter ook door voldoende goede technische scholen opgevangen kunnen worden. 4. bij vaste verbindingen (Deltaplan) zullen velen nog gemakkelijker weg trekken dan voorheen. Men begint dan als forens en vestigt zich later elders. Ook dit wijst op de noodzaak nu reeds de industrie-ontwikkeling hier te stimuleren. 5. de Randstad-Holland zal gemakkelijker naar het Zuiden kunnen „uit vloeien." In de sector van de landbouwindustrie is weinig behoefte aan uitbreiding. Wel verdient de vlasindustrie aandacht. Modernisering met overheidssteun van de verouderde vlasindustrie op Schouwen-Duiveland dient te worden toegejuicht. De kleine bedrijven zouden anders tot ondergang zijn gedoemd. Het feit, dat de eigenaren tevens kleine landbouwers zijn, duidt er op, dat hun kapitaal kracht gering is en maakt hun geneigdheid tot coöpereren groter. Het nieuwe procédé dat thans door het Instituut voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek wordt voorbereid tot productie op industriële schaal (chemisch roten en integratie van het productieproces van stro vlas tot en met garen) zal daarnaast nauwlettend moeten worden gevolgd. Het kan een technologische 21

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1955 | | pagina 12