Het werk op het terrein
door Ir J. H. VERHEY
Hoofdingenieur van de Centrale Rijnvaart Commissie
SAMENVATTING. In het begin was er vrijwel niets, zelfs geen grond om op te werken.
Begonnen werd met het opspuiten van terreinen en de aanleg van havens. Het personeel moest
worden gezocht; werkers in het water, te huisvesten in schepen, werkers op het land, te huis
vesten in barakken.
De verzorging was ingewikkeld en moeilijk, lange werktijden moesten worden gemaakt. De
materieelvoorziening eiste inrichting van magazijnen en reparatiewerkplaatsen. Er was veel
reservematerieel nodig.
THE WORK ON THE SITE
SUMMARY. In the beginning there was practically nothing, not even ground to build upon.
We began by spouting up sand to get some dry ground and build harbours. Personnel was ga
thered, water workers were housed in ships, groundworkers in barracks. Social care was com
plicated and diffucult, working-times were long. Storehouses and workshops had to be built.
A great reserve of materials was necessary.
LES TRAVAUX SUR PLACE
RÉSUMÉ. Au début il n'y avait presque rien, il n'y avait même pas de terre pour travailler
dessus. Les travaux furent commencés par le remblai de terrains et la construction de ports.
Le personnel devait être cherché; des travailleurs dans l'eau a loger dans des bateaux, des
travailleurs sur terre a loger dans des baraques.
L'approvisionnement du personnel était compliqué et difficile; les heures de travail étaient
longues.
L'approvisionnement en matières exigeait l'installation de magasins et d'ateliers de repara
tion. Beaucoup de matériel de réserve était nécessaire.
I. Inleiding
Hoewel de titel van deze korte voordracht officieel
werd vastgesteld als: „het werk op het terrein", zou ik
daarbij sterk de nadruk willen leggen op „de organisatie
van de uitvoering aan aannemerszijde", waarbij mij
vooral het werk Schelphoek voor de geest staat.
II. De voorbereiding
Toen wij omstreeks half Februari in Zierikzee aan
kwamen, stonden wij practisch met lege handen tegen
over een taak, waarvan wij alleen wisten, dat die reus
achtig groot was, maar waarbij wij van de details eigen
lijk geen flauw idee hadden.
Zeker was, dat mensen in groten getale en materieel
in grote hoeveelheden zouden nodig zijn, hoewel wij al
weer niet wisten hoeveel en in welk tempo. Dit hing gro
tendeels af van de plannen voor de sluiting der gaten,
maar die plannen moesten nog worden gemaakt.
Intussen, vóór arbeidskrachten konden worden aange
trokken, moest voor de huisvesting daarvan worden ge
zorgd, en vóór men dat kon doen, moesten er terreinen
zijn om de daartoe nodige barakken op te slaan. In wer
kelijkheid waren er echter bij Schelphoek niets dan wat
smalle streepjes dijk boven water.
Ook moesten er, vóór men kon overgaan tot het aan
voeren van grote hoeveelheden drijvend materieel en tot
de opslag en overslag van grote hoeveelheden materialen,
steunpunten in de vorm van havens zijn. In werkelijk
heid waren er alleen de haven van Zijpe, die wel zeer ver
van Schelphoek verwijderd was, en de haven van Zierik
zee, waarvan de bruikbaarheid zeer werd gereduceerd
door de sterke stroom, die er in optrad. Tenslotte waren
er voor het rijswerk opslagterreinen en zaten voor het
maken van de zinkstukken nodig. Welnu, ook die waren
niet aanwezig.
Zo werd dan ook ons eerste werk het opspuiten van
terreinen in de nabijheid van de Schelphoek en het ma
ken van twee, ook bij laagwater bruikbare, werkhavens:
De Val en Burghsluis. En daarbij moest in Burghsluis nog
eerst in plaats van de vernielde havendijk een nieuwe
worden gemaakt. Het voor deze werkzaamheden nodige
materieel en personeel was gelukkig direct beschikbaar,
en zo kwamen de eerste bescheiden voorbereidingen op
gang. De genoemde werken moesten echter eerst worden
voltooid, vóór tot de eigenlijke aanval kon worden over
gegaan.
Intussen moest leidinggevend personeel worden aan
getrokken en moest de aantrekking van arbeidskrachten
en materieel op grote schaal worden voorbereid.
Het is onder die omstandigheden niet te verwonderen,
dat niet-ingewijden en eerst recht het grote publiek de
indruk kregen, dat er niets gebeurde, en dat, zoals een
courant schreef, Schouwen-Duiveland „vergeten werd".
III. De mensen
Ik wil er nu allereerst op wijzen, dat, hoezeer ook een
overvloed van materieel en moderne technische hulp
middelen bij een dergelijke onderneming onmisbaar zijn,
de factor mens van even groot belang is en doorslagge
vend voor het uiteindelijk slagen.
Wat het leidinggevend personeel betreft, waartoe ik,
behalve uitvoerders en bazen, ook de topmensen van de
administratie reken, was het van den beginne af duide
lijk, dat getracht moest worden de allerbeste krachten in
te zetten. Deze mensen moesten naast grote vakbe
kwaamheid en een ijzeren physiek, de nodige souplesse
bezitten om zich aan geïmproviseerde, voortdurend ver
anderende plannen en uitvoeringsmethoden aan te pas
sen. Zij moesten de nodige karaktervastheid hebben om
tegenslagen te incasseren en tact om met een groot, uit
38