schaal 1 12500 die in de oorlogsjaren door een der car tografen van de Meetk. Dienst voor een coöperatieve landbouworganisatie werd gemaakt door vergroten van de topografische kaart. Het toeval heeft in dit, en in andere gevallen wel een erg grote rol gespeeld. Tevens blijkt hieruit hoe zwak de cartografische basis is geweest waarop veel van het herstelwerk heeft berust. Bij de voorbeelden, die ik U noemde was het stadium van de inventarisatie reeds verlaten en vervangen door dat van het eerste herstel. De geodetische activiteit, die naast het verschaffen van de basiskaarten hierbij werd ontplooid kan worden samengevat in: 1. Het verschaffen van hoogtecijfers. 2. Het verschaffen van dieptecijfers. 3. Het meten van stroomsnelheden. 4. Het bijhouden van de basiskaarten. 1. Voor het verschaffen van hoogtecijfers was in de eerste plaats nodig een verdichting van het net van peil- merken van het A.N.P. Daaraan aansluitend werd een groot aantal lengte- en dwarsprofielen van dijken en dijksresten gemeten, terreinhoogten bepaald en, wat vaak de meest practische bezwaren opleverde, van een groot aantal hulppeilschalen de indexfout bepaald. Deze peil schalen waren uiteraard in het water geplaatst en waren dus voor een waterpassing moeilijk bereikbaar doch an derzijds tevens zeer kwetsbaar voor aanvaring of bescha diging door drijfhout e.d. Zij zijn op vele plaatsen de zorgenkindjes van de verantwoordelijke ambtenaren ge weest. Het minst bevredigend is het vraagstuk opgelost van de hoogteligging der ondergelopen polders in de na bijheid der doorbraken. Speciaal in de diepgelegen ter reinen op Schouwen was er teveel water om te kunnen waterpassen en te weinig water voor peilingen. 2. De dieptecijfers zijn zo mogelijk nog belangrijker dan de hoogtecijfers. De peilschalen vormen de schakel tussen beide soorten gegevens, de voor de peilingen nood zakelijke raaienstelsels, die uitgezet en op de kaarten ingetekend moesten worden, vormen de verbinding met de situatiemeting. De beschikbare plaatsen voor het uit zetten van de raaipalen waren beperkt zodat vaak belang rijke extrapolaties aanvaard moesten worden. Het bepa len van de plaats der raaipalen met voldoende nauw keurigheid was onder de gegeven ongunstige omstandig heden géén eenvoudige opgave. In het gebied waar hoogte- en dieptecijfers in elkaar overgaan, ontstaan nog moeilijker opgaven. Ik denk hier bv. aan de taak de hoogteligging te bepalen van de bestor- ting op de bezinking die aangebracht was voor de maai veldsluiting bij Schelphoek, een gegeven dat van uiter mate grote betekenis was voor de plaatsing van de cais sons. In de enkele uren die bij elk laag water bruikbaar waren, werden zowel het niveau als de plaats van de hoogste punten der bestorting bepaald. Het werken op glibberige keien waartussen een sterke stroom loopt ver eist het uiterste van de handigheid en routine van de waarnemer. 3. Stroomsnelheden bij verschillende waterstanden zullen vandaag door verscheidene sprekers worden ge noemd. De meting ervan is niet direct een geodetische aangelegenheid, wèl de vastlegging van de plaats der me ting. Daar waar gebruik gemaakt wordt van drijvers moet deze plaatsbepaling per periode van 10 a 20 seconden herhaald hetgeen typische organisatorische problemen meebrengt. 4. De bijhouding van een bestaand kaartwerk is een probleem, dat in normale omstandigheden weinig hoofd brekens kost daar het tempo van verandering veelal met jaren geteld kan worden. Het landinwaarts voortschrijden der geulen achter de doorbraken maakte echter elke kaart na enkele weken reeds ondeugdelijk. De aangewezen methode om van de toestand op de hoogte te blijven was hiervoor het perio diek doen vervaardigen van luchtfoto's. Nog sneller gaat de veroudering van een kaart met dieptelijnen bij een sluitgat. Veranderingen van vele meters per getij, zoals die zich bv. in de laatste weken voor de sluiting bij Ouwerkerk voordeden, vergen een maximum aan toewij ding, organisatie en samenwerking om binnen zeer korte tijd de meest recente gegevens in behoorlijke vorm ter beschikking te kunnen krijgen. C. Na het sluiten der gaten speelt de geodetische acti viteit eveneens een rol. Voor het uitvoeren van afwateringsplannen, het bou wen van huizen, bruggen, sluizen, duikers enz. enz. is vernieuwing en verdichting van het net van peilmerken van het N.A.P. een eerste vereiste. Het meten van lengteprofielen van alle, ook van de niet beschadigde, dijken is de volgende stap. De toepassing van de herverkavelingswet in grote ge bieden waarvan Schouwen-Duiveland (ca. 19.000 ha) en Tholen (ca. 12.000 ha) de grootste zijn, vergt een snelle kaartering hiervan op schaal 1 2000. Behalve hierbij speelt de landmeter van de ruilverkavelingsdienst ook een belangrijke rol op het terrein van de grondeigendom en de andere zakelijke rechten op de bodem. IV. De enkele minuten, die mij nog resten wil ik be steden aan een poging aan het voorgaande een moraal te ontlenen. Het spreekwoord dat luidt: „met passen en meten wordt veel tijd versleten" is algemeen bekend. Het wordt ten opzichte v. h. landmeetkundig werk vaak in strikt negatieve zin gehanteerd en heeft daardoor bij de geo deten geen beste klank. De kern van waarheid die ook hierin echter aanwezig is, bestaat uit de erkenning dat het verrichten van betrouwbare metingen en kaarterin- gen niet ongestraft verhaast kan worden en dat, om een goed en tevens niet te duur, resultaat te bereiken tijd nodig is. Ondanks alle goede wil is naar mijn mening de geodetische hulpverlening door gebrek aan tijd tekort geschoten op enkele essentiële punten nl. a. het beschikbaar stellen van oeverkaarten op voldoend grote schaal, zowel voor de inventarisatie van de schade als voor het gebruik bij het herstel en het be heer der dijken; b. het beschikbaar hebben van een voldoend dicht net van peilmerken op en nabij de oevers. Ruim honderd jaar geleden hebben soortgelijke over wegingen de Minister van Binnenlandse Zaken, waar onder Waterstaat toen ressorteerde doen besluiten van de grote rivieren de Rivierkaarten te doen vervaardigen. Door regelmatige herzieningen is dit kaartwerk voor ver oudering behoed. Het verdient ernstig overweging of ook t.a.v. de zee oevers niet een soortgelijk aan de thans gebleken eisen tegemoetkomend kaartwerk moet worden vervaardigd, waardoor het beheer der dijken kan worden verbeterd en bij een catastrophe doelmatiger kan worden gewerkt. 18

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1954 | | pagina 20