Afb. 12 De watervloot van Rotterdam
Fig. 12 The Rotterdam tanker fleet
Fig. 12 La flotte des bateaux-citerne de Rotterdam
ongedeerd en kon de duingemeenten Haamstede en Re-
nesse blijven bedienen. Maar de rest van het leidingnet
c.a. werd althans wat de transportleidingen tussen
de bebouwde kommen betreft vrijwel geheel vernield,
terwijl het opjaagstation met rein waterkelders bij Zie-
rikzee onder water kwam.
In de niet ontruimde dorpen en vooral in Zierikzee
ontstond daardoor een noodtoestand.
Aanvankelijk werd water per schip uit Rotterdam
aangevoerd naar Brouwershaven en Zierikzee, dat verder
met tankwagens werd gedistribueerd. Vervolgens werd
over de dijken langs de noordoever van het eiland een
noodleiding in asbest-cement gelegd (afb. 11). Tussen
Brouwershaven en Zierikzee werden daarbij 6 tijdelijke
opjaagstations opgesteld. Op deze wijze kon op den duur
een matige voorziening van Zierikzee worden bereikt.
In deze stad was buitengewone waakzaamheid tegen
infectie van het beschadigde leidingnet geboden, mede
omdat de bodem sterk verontreinigd was door de ver
nielde riolering'. Hier is dan ook een permanente chlo
ring toegepast, waarbij ter voortdurende controle een
rijdend laboratorium van de Afdeling Gezondheidstech
niek T.N.O. met bacteriologisch geschoold personeel van
het Rijksinstituut voor Drinkwatervoorziening ter plaat
se werd gestationneerd.
In het bestek van deze korte voordracht kan geen
overzicht worden gegeven van de vele werkzaamheden
die bij nacht en ontij werden uitgevoerd door de 20 wa
terbedrijven die door de ramp in meer of minder ern
stige mate werden getroffen, noch van de hulp die op
ruime schaal door zusterbedrijven en tal van andere in
stellingen werd verleend, ook door de in Duitsland ge
legerde Engelse en Amerikaanse troepeneenheden die
rijdende waterzuiveringsinrichtingen ter beschikking
stelden.
Ik mag echter niet de hulp van de Gemeentewaterlei
ding van Rotterdam onvermeld laten: nadat dit bedrijf
er in de rampnacht met onbeschrijfelijke inspanning in
geslaagd was, het pompstation aan de Nieuwe Maas wa-
tervrij te houden, organiseerde het terstond op grote
schaal een waterdistributiedienst voor de getroffen ge
bieden (afb. 12).
Behalve de gewone waterboten, die de schepen in de
Rotterdamse havens bedienen, werden daartoe tankboten
van verschillende rederijen gecharterd, die tevoren zo
goed mogelijk met heet water werden „schoon" gespo
ten. Voorts werd het leidingwater in deze boten sterk
gechloord, waartoe behalve vrij chloor ook amoniak
werd toegevoegd: de daardoor ontstane chlooraminen
behouden gedurende lange tijd hun bactericide vermo
gen. In totaal is gedurende 1953 door Rotterdam gratis
200.000 m3 water ter beschikking gesteld.
Met grote voldoening mag worden vastgesteld dat de
gezamenlijke Nederlandse waterbedrijven zich opgewas
sen hebben getoond tegen de uitzonderlijke eisen die in
het rampjaar aan de vakbekwaamheid, de toewijding en
het organisatie- en improvisatietalent van de bedrijfs
leiding en het personeel werden gesteld.
15