Fig. 10. Levensstrijd. Vloedstroom over de zinkstukken, Fig. 11. Omgeklapt zinkstok. De eerste poging om een zinkstuk te leggen in de geprojec teerde afsluitingslijn, op Vrijdag 6 Maart, mislukte. De periode van zwakke stroom, om de kentering, waarin het stuk moest worden gezonken en geballast, duurde te kort om dit werk uit te voeren. De poging werd tot „operatie wanhoop"op het ogenblik, direct na de kentering, toen de laatste rijswerker zijn leven redde door van het zinkstuk in een ankeraak te springen en het stuk door de stroom de polder werd ingesleurd. Dat er toen toch nog een poging is gedaan, om zonder zinkstukken een maaiveldsluiting tot stand te brengen, is alleen gebeurd, omdat er niet veel meer te verliezen en veel te winnen was: als het gat inderdaad in een paar dagen gedicht had kunnen zijn, waren we een stuk verder geweest! De schepen zijn er dus in gezet boven op het maaiveld, maar de beide bezwaren, welke ik zoeven noemde, kwamen na het neerzetten aan het lichtde kieren tussen de schepen voerden nog zoveel stroom, dat de klei werd uitgeschuurd, waardoor de gaten onder de stenen hoe langer hoe groter werden, en bovendien bleek de wrijvingscoëfficiënt tussen de schepen en de gladde klei en het gras niet 1/3 te zijn, maar ongeveer 1/6. Dit had ten gevolge, dat de schepen ondanks de pogingen om ze verder te ballasten (in begin Maart ging dit alles nog erg moeilijk!) het gat inschoven, waardoor de operatie mislukt was. We zijn daarna voor de „omringing" een heel eind terug gegaan, tot de boerderij „Levensstrijd", die aan de nieuwe operatie haar naam gaf. Bij het nieuw gekozen tracé is in principe hetzelfde gedaan, dat men eerst bij het kortere tracé had willen doen. Inmiddels was het Juni geworden en waren er caissons beschikbaar gekomen. Men heeft toen deze operatie gebruikt om een repetitie te houden voor latere, grotere maaiveldsluitingen met caissons: Schelp- hoek en Ouwerkerk. Een gedeelte van de foto's heeft betrekking op wat hier voor werd medegedeeldandere tonen de toepassing van de ontwikkelde principes bij de dichting van de gaten, die ik persoonlijk het meest van nabij heb meegemaakt: Schelp- hoek en Ouwerkerk. Dit wil geenszins zeggen, dat de dich ting van de andere gaten minder belangrijk zou zijn ge weest. Zo is b.v. de dichting van de gaten bij Kruiningen een strijd van een eigen type geweest. Op foto 5 ziet U het begin van het ontstaan van een groot gat: de stroom, in dit geval de ebstroom, is bezig, het gat in de dijk zelf te verruimen en te vergroten. Indien voldoende materiaal beschikbaar zou zijn ge weest, zou in een dergelijk geval dichting vlak om de bres nog mogelijk zijn geweest, maar het was niet beschikbaar en de stroom kreeg gelegenheid, geulen te vormen. De grootste eroderende werking treedt op bij de ebstroomde zee is teruggetrokken, het is laagwater buiten, het land ligt meestal wat hoger dan het niveau daarvan en het water 6

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1954 | | pagina 8