s mmmmmm ?/7T~i?nzsir>^ Oost^epprt_ .Renesse/Z Scharendijke Irouwershaven Zonnemaire J/ "QSerooskerke ^Noorclgouw^^W^^^ODreischor «rassiws^ /////////z -A yr/ov/////, .y^Sirjansland^ >V,|ÈR BAN N E ^Bruinisst zierikzee 'v/Q&^b Operatie Levensstrijc ZIJPE Ouwerkerk. ^Lniii«i=Bimnim=«niini.EL^===^^J2jkm Fig. 1. Overzichtskaart van Schouwen en Duiveland met o.a. de overstroomde gebieden en de stroomgaten. kwel overlast hadden gekregen. Dit noem ik de 2e groep. Verder in oostelijke richting volgde dan de 3e groep werken, t.w. de polders Vierbannen en Oosterland, welke zowel aan de Noord- als aan de Zuidzijde stroomgaten hadden en waarvan de tussengelegen binnendijk, de Rampaartse Dijk, zeer sterk was vernield, met in oostelijke richting eraan grenzend de polder Bruinisse, welke geen stroomgaten in de buitendijken had, doch vol- en leegliep door de sterk be schadigde z.g. Oude Dijk, welke de polder van Oosterland scheidde. Een en ander is te zien op fig. 1. Direct valt in het oog, welk eminent belang het was, dat de Schouwse Dijk, welke de scheiding tussen Schouwen en Duiveland vormde, behouden bleef. Dank zij de hulp van de bevolking en van militairen is het dan ook gelukt deze dijk, die plaatselijk slechts tot 1.60 m N.A.P. keerde, te be houden. Langzaam aan kon ze worden versterkt en met aangevoerde grond op 3.50 m worden gebracht. Na een advies van de Delta Commissie heeft de Minister bepaald, dat de dijk tot 5 m moest worden verhoogd, welk werk thans ook gereed is en de dijk ligt nu als een hoge en veilige scheiding tussen de beide eilandgedeelten. Reeds vrij spoedig gelukte het de aansluitende poldertjes weer droog te leggen, de hoogwatergaten in de polder Dreischor e.a. te dichten en deze eveneens leeg te pompen, waardoor de scheiding tussen de eilandgedeelten verbreed en verstevigd werd en uitgroeide tot een veilige corridor van Zierikzee naar Brouwershaven, maar met geen verdere ver binding noch naar het Westen, noch naar het Oosten, van wege de begrenzing door de ingelopen grote polders. Toen wij verder gingen overwegen hoe de zaak aan te pakken, zonder ook nog maar in het minst plannen te heb ben hoe de gaten te dichten, begrepen wij, dat behalve zand en klei, er enorme hoeveelheden steen, rijshout en hout no dig zouden zijn, terwijl voor de uitvoering der werken over veel materieel en mensen zou moeten kunnen worden be schikt. Voor de aanvoer van materialen was er alleen maar de haven van Zijpe en dan nog maar voor een gedeelte, daar de internationale vaart op Antwerpen ook vluchtruimte behoefde. Verder was er behalve enkele heel kleine tijha ventjes aan de Noordzijde, zoals Brouwershaven en Scha rendijke, feitelijk niets, daar Zierikzee door de stroomgaten in de havendammen zeer slecht en alleen bij stil water enigszins bruikbaar was en weinig ruimte voor op- en over slag bood. De eerste zorg is dan ook geweest acinvoerhavens te maken en wel één in De Val, een verlaten in vroegere tijden ingelopen buitenpoldertje ten Oosten van Zierikzee, dat zou moeten dienen als basis voor het herstel van de havendammen van Zierikzee en daarna met Zierikzee en Zijpe voor de werken aan de Zuidzijde van Duiveland zou kunnen dienen, terwijl voor de werken nabij Schelphoek het wel aangewezen was, nabij Burghsluis, waar een minia tuur-haventje was, iets beters te maken. Het maken van de haven van De Val is niet veel meer geweest dan het uit baggeren van een havenkom. Bij Burghsluis moesten eerst de doorbraken worden gedicht, hetgeen is geschied voor het buitenstroomgat door het maken van een stenen dam op rijzen bedden dwars door de volgelopen inlaag, terwijl het gat tussen de polder Burgh- en Westland en de Schouwse polder geen moeilijkheden opleverde, doch gesloten moest worden om eerstgenoemde polder afzonderlijk te kunnen droogmaken en tevens om de haven met de kop van Schou wen een wegverbinding te geven. Na het dichten van de gaten is ook hier een ruime kom uitgebaggerd. Voor de werken aan de Noordzijde hebben wij geen werkhaven no dig geoordeeld. Eerstens waren deze in omvang kleiner dan die aan de Zuidzijde, doch ook was de ligging op de rede in het z.g. dijkwater veel rustiger en was er in de buurt van de gaten in de Noordzijde van Duiveland de haven van Zijpe beschikbaar. In een later stadium is ook de kanaalberm te Wemeldinge als opslagplaats gebruikt. 31

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1954 | | pagina 33