2 3 KRAMMER M.A.P. POLDER ZUIDERLANO; KRUINHOOGTEN ZIJN AANLEG HOOGTEN Fig. 5. Dwarsprofielen. 1. In het noordwesten van het eiland nabij Stellendam. 2. Ten noordoosten van Middelharnis 3. Tussen Sluishaven en Herkingen. 4. Ten westen van Herkingen. Fig. 6. Het zandstort. toeliet, dat de stations bij hoog water de kust konden bereiken. Op de ligplaats moesten de stations echter drij vende blijven. De daartoe nodige ontgrondingen werden op snelle, niet al te kostbare en afdoende wijze verkregen door het doen aanbrengen en exploderen van zeemijnen. De wijze, waarop de Koninklijke Marine ons daarbij heeft geholpen, verdient alle lof. Het derde tussenstation was door zijn grotere diepgang gebonden aan de gebaggerde werkhavens en werd naast de perszuiger gelegd, waarbij het behoorde. De dislocatie van het zuigermaterieel en de bereikte maximum persafstanden zijn weergegeven op bijgaand kaartje. Deze afstanden mo gen vrij groot worden genoemd. De korrelsamenstelling van het zand en het ontbreken van schelpen liet dat toe, doch ook niet meer dan dat. De maximum bereikte persafstan den bleken ook de maximaal mogelijke te zijn, behalve wellicht daar, waar met twee tussenstations in serie is gewerkt. De maximum bereikte weekproductie was 158.000 Fig. 7. Grafiek aangevende de geplande (stippellijn) en de bereikte zandproductie (getrokken lijnen). 27

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1954 | | pagina 29