IV. Herstel van de dijken van Goeree-OverflakkeeI}
door G. TERLUIN
Hoofdingenieur ie klasse van de Provinciale Waterstaat in Zuid-Holland
De schade, welke de stormvloed van 1 Februari 1953 op
Goeree en Overflakkee had aangericht, was verbijsterend
(fig-
Er waren stroomgaten nabij Ouddorp, Stellendam, Her-
kingen, Den Bommel en Middelharnis (haven). De buiten
dijken van de polder Nieuw-Stellendam, de Gabriëllina-
polder en de Scharrezeepolder waren vrijwel verdwenen.
Van de Oud-Herkingse Zeedijk was alleen het buitentalud
nog over. Tussen Herkingen en Sluishaven en vóór de Van
Pallandt polder was de buitenwaterkering onherstelbaar
beschadigd. De overige buitendijken vertoonden grotere en
kleinere beschadigingen, waarvan die nabij het Sas van
Dirksland en ten Noorden van Stellendam zelfs aanzienlijk
kunnen worden genoemd.
Verschillende binnendijken waren als het ware geperfo
reerd, andere waren zwaarder of lichter beschadigdenkele
stroomgaten in de binnendijken maakten, dat het Haring
vliet en de Krammer dwars door het eiland gemeenschap
met elkaar hadden.
Alleen de omgeving van Dirksland en de vrij hoog gele
gen gronden op het eilanddeel Goeree zijn droog gebleven.
Al dadelijk stond vast, dat de stroomgaten zo snel mo
gelijk moesten worden gedicht.
Getracht zou worden dit te doen met behulp van zink-
stukken, stortsteen en zandzakken, dan wel alleen met
stortsteen en zandzakken of alleen zandzakken, elke me
thode onder toevoeging van zand ter verkrijging van de
benodigde massa en voor het inwassen van de stortstenen
dammen.
Alle drie methoden zijn toegepast. Op 11 Februari werd
het laatste gat in de Tilsedijk gedicht met zandzakken door
burgers en militairen. Op 26 Februari werd de sluiting der
Voordracht gehouden in de Instituutsvergadering op 23
Februari 1954 in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschap
pen te 's-Gravenhage.
gaten in de Oostendese dijk voltooid, eveneens met zand
zakken. Op de zelfde datum geschiedde de sluiting van het
stroomgat te Den Bommel (fig. 2) met stortsteen en zand
zakken. In de nacht van 26 op 27 Februari werd het
laatste en grootste stroomgat in de Duivenwaardse dijk
gesloten met zandzakken. Het stroomgat in de Damdijk
werd na het uitvoeren van het nodige zinkwerk met zand
zakken gesloten. Tot tweemaal toe mislukte een aanval op
het stroomgat bij Herkingen. De beperking van de vloed-
kom achter dit gat begunstigde het sluitingswerk, uitge
voerd met zinkstukken, stortsteen en zandzakken en op
11 Maart werd de stroom door het gat bedwongen. Op
19 Maart werd tenslotte het stroomgat in de dijk van de
Van Pallandt-polder gesloten. Onder leiding van de Rijks
waterstaat werd het laatste stroomgat bij Ouddorp ge
sloten op 27 Februari.
De inmiddels aangevangen deïnundering kon op 1 Mei
worden beëindigd.
Het werd voorts noodzakelijk geacht het eiland door het
opwerpen van een kade, reikende tot 3 m -f N.A.P., te
beveiligen tegen eventueel optredende hoge buitenwater
standen in het zomerseizoen. Deze zomerkering, vervaardigd
van specie afkomstig uit de resten van de voormalige bui
tenwaterkeringen en overigens uit het maaiveld ter plaatse,
kwam eind April gereed.
Zeer in het kort heb ik de toestand geschetst van de
situatie, welke de stormvloed van 1 Februari achterliet en
de werkzaamheden gememoreerd, welke daarna werden
uitgevoerd tot het stadium was bereikt, dat de bevolking
weer kon terugkeren. De wederopbouw kon worden ingezet
en de cultuurmaatschappijen konden onder leiding van de
Rijksdienst voor Landbouwherstel de verstoorde ontwa
teringen herstellen, de cultuurgrond bevrijden van het
daarop bezonken zand en wielen en uitgeschuurde geulen
dichten.
Voor de Provinciale Waterstaat restte het inmiddels
24