•X
Fig. 15. Plaatsing samengestelde
caisson in sluitgat Oostgat.
haald, gelukte de tweede poging, in dezelfde korte kentertijd
ondernomen, waarbij de caisson in het midden brak op de
verbindingsbouten, doch gelukkig door de sleepboten op
haar plaats kon worden gehouden tot zij zich voldoende vast
op de drempel had gezet. Daarna was het hallasten en het
aan de landzijde met zand afdekken van de caisson nog
slechts een kwestie van tijd.
Blokkering Veerhaven
Na de blokkade van het Westgat op 9 Mei en het ge
reedkomen van de ringkade om het Oostgat op 13 Juni
restte als moeilijkste werk de blokkering van het gat in de
Veerhaven. Over de plaats, waar men dit gat zou afsluiten,
is even getwijfeld. Daar de Veerhaven weer ongeveer op
zijn oude plaats terug zou komen, is eerst overwogen de
afsluitdam in het tracé van de nieuwe havendijken, dus
aanzienlijk meer landwaarts en grotendeels over het maai
veld, te leggen. Wegens de vele onzekere factoren, die men
aan dit plan verbonden achtte, werd het echter spoedig
verworpen en werd de voorkeur gegeven aan een tracé tus
sen de havendammen, waar men voor de sluiting grote cais
sons zou kunnen gebruiken, een vertrouwde werkwijze, die
immers vroeger al bij Rammekens, de Brielse Maas en de
Braakman met succes was toegepast. Dit tracé had boven
dien het voordeel, dat de beide havendammen goede
stroomgeleiders waren.
Op de gekozen plaats zouden de caissons echter de toe
gang tot de nieuwe haven versperren en dus te zijner tijd
weer moeten worden opgeruimd. Aan dat sluitingsplan
werden derhalve bijzondere eisen gesteld; er werd op ge-
Fig. 17. Sluiting van het Westgat.
ZINKSTUKkTN t
sluitmiddelen, waarvoor 36 man nodig waren, tot op de
drempel was gezonken.
Nadat het zeer lange gevaarte een keer door het gat de
polder in was geschoten en nog tijdig terug kon worden ge-
Fig. 18. Laatste stadium sluiting Westgat.
WESTER- SCHELDE
ÏOm-
Fig. 19. Situatie dijken bij Veerhaven Kruiningen.
VEERPLEiN
4°00o0o
°0 NIEUW D'JKSTRACE
°00009^
Om
L.
21