Verloop max. vloedsnelheid OPPERVLAK SLUITGAT t.o.v. N.A.P. Fig. 5. Verloop van de berekende maximum vloedsnelheden en ebsnelheden bij verschillende oppervlakken van het sluitgat van Ouwerkerk. Vergelijking met enkele gemeten waarden resp. na plaatsing van de eerste, tweede en derde ponton bij de eindsluiting van het gat te Ouwerkerk. waterstand precies gelijk wordt aan de afvoer van de over laten, zal de kentering in het sluitgat gaan optreden. Met behulp van deze voorwaarde is het tijdstip van kentering, ongeveer twee a drie uur na laagwater, te bepalen. Dergelijke berekeningen voor de laagwaterkenteringen zijn uitgevoerd voor de sluitgaten van Kruiningen en Ouwerkerk (zie fig. 3 en 4). Opgemerkt wordt nog, dat bij het sluitgat van Kruinin gen er aanvankelijk een belangrijk verschil bleek te bestaan tussen het berekende en het gemeten snelheidsverloop bij de kentering. Bij een nader onderzoek bleek de hoofdgeul in de polder binnenwaarts de hoger gelegen Rijksstraatweg doorbroken te hebben. Voorts bleek de gedeeltelijke afslui ting van het noordelijke deel van de polder door de spoor baan van betekenis. Hierdoor werd mede de lange laag- waterkentering veroorzaakt, die zo gunstig was voor de sluiting. Na het in rekening brengen van deze factoren werd wel overeenstemming gevonden. Het berekende snelheidsverloop bij de laagwaterkente- ring van Ouwerkerk en Kruiningen bleek Verder in over eenstemming met hetgeen bij de definitieve sluiting werd geconstateerd. Ook de berekende maximum vloed- en ebsnelheden na het plaatsen van de verschillende pontons bij de sluiting van Ouwerkerk bleken in overeenstemming met de geme ten waarden (zie fig. 5). Hierbij moet nog worden opgemerkt, dat bij de bereke ningen tevoren moet worden uitgegaan van het voorspelde getij buitengaats. Het getij, dat op de bewuste dag voor komt, zal meestal hiermede niet geheel overeenstemmen. In verband hiermede is het gewenst om bij de berekeningen met wat ongunstiger omstandigheden rekening te houden dan Volgens het voorspelde getij. Tenslotte wil ik nog mededelen, dat nog berekeningen werden uitgevoerd om de invloed van het plaatsen Van de caissons op het verloop van de kentering te bepalen. Als nl. een caisson in de opening gevaren wordt, zullen de snel heden gaan toenemen. Wordt de caisson bovendien te vroeg vóór de kentering tot zinken gebracht, dan zal de water stand aan de polderzijde van de geul, die naar het sluitgat gaat, gaan oplopen. Dit heeft een tegendruk ten gevolge, waardoor de caisson uit de opening geduwd kan worden (zie fig. 3). De verschillende gevallen, die zich hierbij kunnen voor doen, werden nader berekend, waarna met behulp van deze resultaten een tijdschema werd opgesteld voor de ma noeuvres met de caissons. In het voorgaande heb ik getracht om U enig inzicht te verschaffen in de werkwijze met behulp van getijbereke ningen. Dit is een voorbeeld van de toepassing Van metho den van de mathematische physica, waarvan de resultaten in zo belangrijke mate hebben bijgedragen tot de moderne ontwikkeling van de techniek. 15

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1954 | | pagina 17