polderdeel de Vinkepolder rechtstreeks op het buitenwater
sloegen. Het electrisch gemaal van de niet tot de Nederwaard
behorende polder Papendrecht kon na droging op 8 Februari
weer in werking treden. Dit gemaal, dat het water direct op
de Noord sloeg, werd spoedig versterkt door 10 centrifugaal-
pompen langs de Merwede.
Bovendien pompte het boezemgemaal van de Nederwaard
dag en nacht water op de Lek.
Toen de oostelijke polders nagenoeg droog vielen is een
klein deel van de pompen, die langs de oostelijke grens van
het inundatiegebied stonden, naar de boezem van de Neder
waard verplaatst.
Om het boezemgemaal te versterken, stelde het waterschap
van de Overwaard spontaan drie reeds in het nieuwe gemaal
opgestelde pompen ter beschikking, terwijl de Rijkswaterstaat
drie 100 pk dieselmotoren voor de aandrijving leverde. Deze
pompen werden naast de schutsluis te Alblasserdam op de lage
boezem van de Nederwaard opgesteld, welke eind Februari
door een groot aantal poldergemalen en hulppompen met water
zou worden bezwaard. Op 15 Februari gaf de eerste pomp
water, terwijl op 19 Februari alle drie pompen met een totale
capaciteit van 330 m3 per minuut werkten.
Ondertussen waren de poldergemalen in de Nederwaard
weer in werking gesteld, terwijl daarnaast nog 5 pompboten
en 21 hulpgemalen langs de Alblas en de Graafstroom werden
neergelegd of opgesteld. De poldergemalen medegerekend,
werd 1700 m3 per minuut op de boezem gebracht. Het bestaan
de boezemgemaal, de hulppompen in Alblasserdam en de uit
wateringssluizen konden deze watertoevloed slechts met moeite
verwerken.
Even ten westen van Giessendam werd tussen de Merwede-
dijk en de spoorbaan een kade gelegd, waardoor de bebouwing
ten oosten hiervan spoediger kon worden drooggelegd.
Ook een gedeelte van de binnendijks gelegen bebouwing van
Sliedrecht werd afzonderlijk bekaad en drooggemaakt (1 Maart
droog).
Tussen Giessendam en Gorinchem waren de bruggen in de
spoorbaan met zand dichtgestort, om, bij onverhoopte inundatie
van de Overwaard, het water ten noorden van de spoorbaan
te kunnen keren.
89
