Ill en 112 ter plaatse van het zogenaamde hulpgat doorge broken. In de Alblasserwaard zijn twee hulpgaten in de hoofd waterkering langs de Noord aanwezig, n.l. onder Papendrecht en onder Alblasserdam. Zij werden vroeger gebruikt om, bij doorbraak van hogerop gelegen rivierdijken, het inundatiewater snel af te voeren. In plaats van uit klei bestaat de dijkskern hier uit zand, zodat de hoofdwaterkering gemakkelijk en snel doorgestoken kan worden. Ter plaatse van de dijkbreuk lag op de kruin een asfaltweg, ter hoogte van 3.80 m N.A.P., met langs de buitenkruinlijn een betonmuurtje, dat tot 4.15 m N.A.P. reikte. De dijk lag hier juist op de stormrichting, zodat in de rampnacht de golven hoog over de betonmuur heensloegen, waardoor veel water met kracht op de kruin en het binnenbeloop terecht kwam. Spoedig ontstonden er gaten in het talud. Tevergeefs heeft men nog getracht de dijk te redden door zakken met grind aan te brengen. Het stormde echter zo hevig, dat het mede door het overslaande water niet mogelijk was, om op het open dijks- gedeelte te komen. Om 5.30 uur bezweek de dijk en het water golfde de Alblasserwaard in. Weldra had de bres, langs de kruin gemeten, een lengte van 110 m en langs de bodem 80 m, bij een diepte van 0.40 m N.A.P. In de uit harde klei be staande drempel bevonden zich aan weerszijden bovendien twee stroomgeulen, die een diepte hadden van 2.00 m N.A.P. Foto 9 geeft een beeld van dit dijkgat. Dezelfde morgen nog hebben Dijkgraaf en Hoogheemraden van de Alblasserwaard c.a. aan een aannemer opdracht gegeven de dijk zo spoedig mogelijk te dichten. Voor men hiertoe kon overgaan, moesten echter eerst de einden van de dijk tegen verdere uitspoeling worden verdedigd. In de loop van de volgende dagen werd de bodem van de beide stroomgeulen met zinkstukken tegen verdere uitschuring be schermd, terwijl aan beide einden dammen van steen, rijshout en zandzakken werden uitgebouwd. Hierachter stortte men met behulp van grote grijperkranen klei. Teneinde te voor komen dat de tot nu toe gespaard gebleven polders van de Overwaard achter de boezemkaden zouden instromen, moest bijzonder snel worden gewerkt. Nadat ter plaatse voldoende materiaal was bijeengebracht, werd op Donderdag 5 Februari het gat gesloten. De sluitdam was echter nog uiterst zwak. 83

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1954 | | pagina 85