IV. De wensen voor de toekomst worden in hoofdzaak be
heerst door de vraag of de Nieuwe Waterweg als volledig
open verbinding met de zee zal worden gehandhaafd. De
hoogte van de Maasdijk van Delfland was nog juist voldoende
om een waterstand als op 1 Februari is voorgekomen te keren.
Aangenomen moet worden, dat onder ongunstige omstandig
heden nog hogere standen kunnen worden verwacht en daar
voor moet de tegenwoordige hoogte van de waterkering on
voldoende worden geacht. Bovendien zal een eventuele afslui
ting van de Nieuwe Waterweg (bijv. door een zg. stormstuw,
die slechts bij zeer hoge vloeden gesloten wordt) in het kader
van de afsluiting van zeegaten vermoedelijk niet tot de eerst
uit te voeren werken behoren, zodat althans voor de naaste
toekomst bij de beveiliging van het vasteland wel met een
open Nieuwe Waterweg zal dienen te worden gerekend.
Op verzoek van de Delta-Commissie werd een voor-studie
gemaakt betreffende verhoging der waterkeringen langs Nieuwe
Waterweg—Nieuwe Maas—Lek van de duinen bij Hoek van
Holland tot Schoonhoven en langs de Noord.
Wat Delfland betreft is de mogelijkheid voor het maken
van een waterkering tot grotere hoogte dan de thans bestaande
wel aanwezig.
Het wil mij voorkomen, dat ten minste op die plaatsen waar-
een eventuele doorbraak ernstige gevolgen voor het achterland
zou hebben, de waterkering verhoogd moet worden.
b. Schieland
I. Tijdens de stormvloed van 1 Februari is Schielands Hoge
Zeedijk tussen Rotterdam en de Julianasluis te Gouda op ver
schillende plaatsen door overstromend water ernstig bescha
digd. Zelfs is op één plaats de dijkskruin tot aan de buitenberm
weggeslagen, met het gevolg, dat het water de achterliggende
polder instroomde. Op enige andere plaatsen heeft men slechts
met inspanning van alle krachten erger weten te voorkomen.
Zou Schielands Hoge Zeedijk zijn bezweken, dan zouden
de gevolgen niet te overzien zijn geweest, daar achter deze
waterkering, behalve' grote en zeer diepe polders, zoals de Prins
Alexander en de Zuidplaspolder, een groot gedeelte van het
vasteland van Zuid-Holland met steden en industrieën ligt.
Ten opzichte van de tijdens de stormvloed heersende wind-
52