II. Tot herstel van de door de stormvloed op 1 Februari 1953 zwaar aangetaste buitenduinregel werden in hoofdzaak de navolgende werken uitgevoerd. Door een peloton Amerikaanse genietroepen werden reeds in het tijdvak van 5 tot 17 Februari een aantal bunkers, t.w. 6 grote schietbunkers, 6 „Tobroeks" en 12 onderkomens, welke onder meer door ondermijning van de grondplaat een direct gevaar vormden voor het behoud van de zeewering, opge ruimd. Het opruimen van het hiervan afkomstige puin (22.490 m3) heeft, met inbegrip van het herstel van het duin beloop ter plaatse, een bedrag gevorderd van rond 569.200.—. Het bedrag werd vanwege het Ministerie van Wederopbouw en Volkshuisvesting aan Delfland terugbetaald. De nog aanwezige bunkers werden, naar gelang van de mate waarin hun aanwezigheid de instandhouding van de zeewering in de weg stond, ondergebracht in 2 urgentie-klassen, t.w.: klasse I, waartoe werden gerekend die welke het herstel van de zeewering in hoge mate belemmeren; klasse II, waartoe werden gerekend die welke in het belang van de zeewering dienen te worden opgeruimd. Behoudens de bunkers tussen de strandhoofden 1 en 3a onder 's-Gravenzande, werden die behorende tot de urgentieklasse I in dit verslagjaar door Delfland bij onderhandse aanbesteding voor een bedrag van rond 507.000.— opgeruimd. Door het slopen van de bunkers e.d. tussen de hoofden 1 en 3a met een gezamenlijke inhoud van 17.000 m3, zou de ter plaatse zeer smalle duinregel teveel worden verzwakt. Besloten is derhalve de bunkers op dit kustgedeelte niet te slopen, doch daarvoorlangs over een lengte van circa 650 m, een duinvoetverdediging met asfaltbekleding aan te brengen. Het plan daartoe verkreeg bij besluit van 30 Juni 1953, G.S. no. 390, de vereiste goedkeuring van Gedeputeerde Staten. Het werk, waaxwan op bijlage 1 een algemeen dwarsprofiel is gegeven, werd bij onderhandse overeenkomst uitgevoerd voor een bedrag van rond 397.250.— en kwam op 5 November van dit verslagjaar gereed. Foto 2 geeft een overzicht tijdens de uitvoering van dit werk. Ook dit bedrag zal door het Ministerie van Wederopbouw en Volkshuisvesting aan Delfland worden vergoed, omdat het 46

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1954 | | pagina 48