41
In een aantal hoofdstukken worden de waterkeringen van
de volgende gebieden beschreven:
1. Het vasteland; de zeewering van Rijnland en Delfland.
2. Het vasteland; de Maas- en IJsseldijken van Delfland,
Schieland en Rijnland.
3. De Krimpenerwaard en Stormpolder.
4. De Alblasserwaard c.a.
5. De Vijfheerenlanden.
6. De Diefdijklinie.
7. IJsselmonde.
8. Voorne en Putten, Rozenburg en de Weiplaat.
9. De Hoeksche Waard.
10. Het eiland van Dordrecht.
11. Goeree en Overflakkee.
Voor elk dezer gebieden zal een omschrijving worden ge
geven van:
I. de schade aan de waterkeringen als gevolg van de storm
vloed van 1 Februari 1953, het noodherstel en de droogmaking;
II. het definitief herstel der waterkeringen en de daarbij
uitgevoerde verbeteringen;
III. de normale zaken betreffende de waterkeringen en
daaraan uitgevoerde verbeteringswerken buiten het kader van
„dijkherstel";
IV. en tenslotte eventuele wensen voor de toekomst.