water weer met kracht naar binnen. De achterliggende polders die gedeeltelijk geïnundeerd waren, liepen nu geheel vol en binnendijken, die 's morgens het water nog gekeerd hadden, bezweken. Hoe dit tweede tij de vernieling voltooide bleek o.a. duide lijk bij één der gaten in de Oudenhoornse Zeedijk. Bij de eerste vloed bleef de voorliggende steenglooiing tot een hoogte van 1.95 m N.A.P. nog gespaard. De tweede vloed sloeg met de steenglooiing ook het onder waterbeloop geheel weg, zodat de polder Oudenhoorn in open verbinding met het Haringvliet kwam. Registratie van cle stormvloedgevolgen In deel II, dat de waterkeringen behandelt, wordt voor elk apart door dijken beschermd gebied mede een beschouwing gegeven over de gevolgen van de stormvloed ten aanzien van het inlopen van polders e.d., waarbij van de dijkbeschadigingen, van het noodherstel en van het definitief herstel foto's en teke ningen als bijlagen worden overgelegd. Als bijlagen van deel I worden hier overgelegd de volgende tekeningen en staten, die in het algemeen betrekking hebben op het gehele Zuidhollandse rampgebied of op de afzonder lijke door dijken beschermde gebieden, in hun geheel genomen. Overzichtskaart der overstroomde gebieden en der stroomgaten in Zuid-Holland Overzichtskaart van de gevolgen van de storm vloed voor het vasteland van Zuid-Holland en de Krimpenerwaard Idem voor de Alblasserwaard Idem voor het eiland IJsselmonde Idem voor Rozenburg Idem voor Voorne en Putten Idem voor de Hoeksche Waard Idem voor het eiland van Dordrecht Instromingskaart van Goeree en Overflakkee Gatenkaart van idem Droogleggingskaart van idem 35 bijlage I— 6 - 7 - 8 - 9 -10 -11 -12 -13 -14 -15 -16

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1954 | | pagina 37