Toch is de omvang van de vernielingen aan de zuidelijke
dijken veel groter dan aan de noordelijke dijken.
Aan de zuidzijde is het water op vele plaatsen over de kruin
van de dijk gestroomd, waarna deze, hetzij door erosie hetzij
door verweking van binnenuit is bezweken.
Voor het Zuidhollandse gebied kan een en ander nader met
cijfers toegelicht worden:
Van de 33 stroomgaten in Zuid-Holland lagen er 6 in de
noordelijke en 26 in de zuidelijke dijken.
Bij het zwaar getroffen gebied van de Hoeksche Waard
werden de noordelijke dijken van de hoofdwaterkering (dijk
vakken 1 tot en met 5 en 27 tot en met 33) aan de binnenzijde
over een lengte van 3440 m beschadigd, de zuidelijke dijken
(dijkvakken 15 tot en met 24) echter over een lengte van
14700 m. De lengte van de gaten bedroeg bij dezelfde dijken
resp. 395 en 2475 m. Het buitentalud werd beschadigd over een
lengte van 11520 en 2425 m. Duidelijk komt hier tot uiting dat
de noordelijke dijken, die stand hielden, door de golfslag op
het buitenbêloop ernstig beschadigd werden.
Bij het binnen één Dijkring gelegen gebied Voorne en Putten,
Rozenburg en de Welplaat lagen in de noordelijke dijken gaten
met een lengte van 380 m en in de zuidelijke dijken 870 m.
Terwijl het binnentalud aan de noordelijke dijken vrijwel niet
was aangetast, bedroeg de lengte van de beschadiging aan de
zuidzijde 1275 m.
Ook het eiland Goeree-Overflakkee toont hetzelfde beeld.
Wanneer de dijken van de Generale Dijkagie en van de Dijk
ring Flakkee tezamen beschouwd worden, dan bevinden zich
in de noordzijde 40 gaten met een lengte van 2830 m en in de
zuidzijde 78 gaten met een lengte van 6300 m.
Wat hier met getallen gestaafd wordt voor de hoofdwater
kering geldt in het algemeen ook voor de dijken van de voor
liggende polders.
Hoewel bij de eerste vloed van 1 Februari de grootste schade
werd aangericht, heeft de tweede vloed op Zondagavond op
vele plaatsen de vernieling voortgezet.
Het water steeg toen bv. te Hellevoetsluis en te Rotterdam
tot een hoogte van resp. 2.85 en 2.60 m N.A.P.
Overal waar gaten in de dijken voorkwamen, stroomde het
34