Ernstig was de toestand daar, waar de duinenrij smal is, bijv.
ter plaatse van het Flaauwe werk langs de noordkust van
Goeree. De voorliggende steenglooiing werd vrijwel geheel
weggeslagen. De smalle duinenrij was niet in staat het water
te keren en de achterliggende inlaag stroomde geheel vol. Bij
de als slaperdijk dienstdoende Oude Nieuwlandse dijk kon het
water echter nog gekeerd worden. Op verschillende plaatsen
werd na de ramp de steil afgeslagen duinregel afgevlakt en
met helm of riet beplant. Ook door het plaatsen van rijsscher-
men is weer duin teruggewonnen.
Bij 's-Gravenzande heeft men een gedeelte duin ter lengte
van 650 m, waar veel bunkers lagen, met een asfaltglooiing be
kleed, terwijl bij het Flaauwe werk een nieuwe zanddijk werd
opgeworpen, die aan de buitenzijde en op de kruin met een
asfaltbekleding wordt beschermd.
De Dijken
Bij de hoofdwaterkering kan, voor zover deze uit dijken
bestaat, onderscheid gemaakt worden tussen dijken die op de
heersende windrichting en dijken die van de windrichting af
gekeerd liggen.
De aanleghoogte van een dijk afgekeerd van de windrichting
wordt bepaald uit de hoogst bekende waterstand ter plaatse,
vermeerderd met een zekere waakhoogte. Bij dijken op de
windrichting wordt cleze hoogte in verband met de te ver
wachten golfoploop met een zekere waarde vermeerderd. De
dijken aan de noord- en westzijde van de eilanden, hebben bij
storm in het algemeen meer van golfoploop te lijden en bezitten
een grotere hoogte dan de dijken aan de zuid- en oostzijde.
Tijdens de storm van 1 Februari werden overal de hoogst
bekende waterstanden met 0.30 tot 0.75 m overschreden. De
zuidelijke dijken hebben deze hoogte niet altijd kunnen keren.
Doordat de wind ten tijde van de hoogste vloed niet meer de
maximale sterkte had, was de golfoploop minder dan eerder
wel was voorgekomen. Dit is het behoud voor vele noordelijke
dijken geweest.
Evenwel zijn deze dijken toch ook door de langdurige hoge
waterstand over grote lengten aan de buitenzijde aangetast.
33