overhoogte aanwezig is, wordt het herstelde gedeelte sterker dan de niet herstelde delen. b. Bij het vernieuwen van dijkvakken op de Hoeksche Waard en op Goeree-Overflakkee is, onder goedkeuring van de Rijksorganen, die de financiering verzorgden, een constructie gevolgd, die zekerheid biedt, dat de vernieuwde dijkvakken er in de toekomst niet minder aan toe zijn dan de vroegere dijken. Op bijlage 1 van Deel III, een overzichtskaart over het ramp gebied, is aangegeven welke dijkvakken hersteld en vernieuwd .zijn. c. In het kader van de versterking van de „zwakke schakels" in de dijkringen in het zuidwesten van ons land, waarbij het Rijk bereid is subsidiën te verlenen, werd een aantal dijken voorgedragen ter verbetering. Gehoopt wordt, dat nog in 1954 enige van deze dijkvakken tot uitvoering zullen kunnen komen. d. Veel aandacht werd besteed aan een goede documentatie van de stormvloed, de beschadigingen aan binnen- en buiten dijken, de oorzaken der beschadigingen en de constructie der herstellingen. Voor een goede zorg voor de dijken in de toekomst is deze documentatie onontbeerlijk. Aan het Laboratorium van Grondmechanica werd al spoedig na de ramp opgedragen een grondmechanisch onderzoek in te stellen naar de oorzaken van de dijkbreuken, speciaal op Goeree en Overflakkee. e. Met voldoening werd medegewerkt aan de snelle ver wezenlijking van de in voorbereiding zijnde centralisaties van het dijksbestuur op Voorne, Putten en Rozenburg, op IJssel- monde en op het Eiland van Dordrecht. f. In nauw overleg met de betreffende waterschappen en met de Rijkswaterstaat werd een dijkbeveiligingsorganisatie voor het winterseizoen 1953-1954 ontworpen en uitgevoerd. Door de Rijkswaterstaat werd, in samenwerking met het Koninklijk Meteor. Instituut, de stormvloedswaarschuwings dienst herzien. Door het Rijk werden tevens vele materialen ter beschikking gesteld voor de depóts, die overal werden opgericht. 313

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - brochures | 1954 | | pagina 315